kende schets, in den besten trant van dezen schrijver. Het is alles teekening naar het leven, wat wij hier aantreffen, maar eene teekening, zoo als niet ieder leveren kan. Eene opgave van den inhoud deelen wij niet mede, daar wij dan aan onze lezers het boeijende der verrassing zouden ontnemen.

De Bede eener Moeder, door T. van Westrheere Wz., schijnt naar een schilderstuk van den heer C. Bisschop vervaardigd te zijn. Daarvan is hier door W. Steelink eene gravure gemaakt, die wij niet regt begrijpen, wat den achtergrond betreft. De tekst zelf is voor het overige zeer lezenswaardig.

Hen Fantasie-reisje, door den Ouden Heer Smits, tintelt van vernuft. De togt, hier geschetst, is een reisje naar het Onbekende, naar welks onderzoek de mensch altijd reikhalzend uitziet. Een onderwerp, waarvan veel te maken is, en waarvan de schrijver dan ook veel gemaakt heèft.

Eene Preek wit de zeventiende eeuio, 1601, door Dr. A. Pierson. De prediker, dien de heer Pierson hier laat optreden , is niemand anders dan Shakespere, en zijne preek is het treurspel King Henry VIII. De wijze, waarop de heer P. eene schets van dit treurspel levert, getuigt van zeer veel talent. Men weet dat Buckingham, Katharina van Arragon en de kardinaal Wolsey, ofschoon op zichzelve juist geen belangwekkende karakters, toch bij Shakespere de bebelangstelling van den lezer boeijen, en wel door de wijze, waarop hij hun uiteinde schetst. Wij kunnen niet nalaten de slotsom hieromtrent met de woorden van den heer Pierson terug te geven:

u Ziedaar nu wat er van deze drie op zichzelve niet aantrekkelijke karakters is geworden. Mij dunkt, Shakespere's gevoel ten opzigte der menschheid heeft niets gemeen met gewetenlooze onverschilligheid. Shakespere's verdraagzaamheid heeft één geloofsartikel. Yan ganscher harte en met de diepste overtuiging toont hij te gelooven althans één waarheid, en wel een zeer katholijke waarheid. Behoef ik haar nog onder woorden te brengen? Zij is deze: Door lijden wordt het zondig menschenhart geheiligd. Dat prediken ons de laatste oogenblikken van de drie karakters van dit drama met roerende welsprekendheid. Gelijk wij in het evangelie lezen van de verheerlijking op den berg, waar de Gods-