met de arme duivels, die vooi* vrouw en kind daarginder een paar lood zout halen, dat onze regering zoo goedkoop aan de Russen verkoopt, dat onze onderdanen het nog voor de helft van den prijs, dien het hier kost, van de Russen kunnen terugkoopen."

Toenmaals flapten de Pruissische ambtenaren bij de belastingen er nog alles uit, wat hun voor den mond kwam.

//En die," gaf ik hem ten antwoord, //zullen elkander niet doodslaan, meent gij zeker?" — //Ja, zoo iets meende ik. (lij komt derhalve van eene doodslagerij onder de smokkelaars?"

Ik vertelde hem van den gepleegden moord, en wat ik daarover ontdekt of liever niet ontdekt had. Hij kon mij misschien verder op eenig spoor brengen. Het is waar, hij had met de smokkelarij van Pruissen naar Rusland niets te maken ; alleen het armzalige sluiken van zout uit Rusland naar Pruissen raakte hem, maar ook dit had hem de smokkelarij aan de grenzen van meer nabij leeren kennen. Hij kon mij intusschen op geen enkel spoor brengen. Op eens echter ontwaakte hij uit het nadenken, waarin hij verzonken was, en riep: //Rijd met mij naar de voorbruiloft!" — //Wat moet ik daar doen ?" — // Mij valt daar een denkbeeld in het hoofd — een zonderling denkbeeld." - // Dat met den moord in betrekking staat?" — //Ik weet het niet; maar luister eens! Kent gij zekeren grondeigenaar Bertossa ?" — // Ik heb nooit van hem gehoord." — // Hij woont sedert vier jaren in deze streek, op het landgoed Kalwellen." — //Hier in de nabijheid?"— //Drie mijlen vanhier. Kent gij het?"— //Ik ben er nog nooit geweest; maar het moet een groot, bijzonder rentegevend landgoed zijn." — //Ja, en de eigenaar heeft met zijn aanzienlijken landbouw ook eene groote brandewijnstokerij verbonden ; dit brengt mij er dikwijls heen. De brandewijnketels behooren tot mijn beroep, even als moord en doodslag tot het uwe, en juist door die brandewijnketels ben ik met den eigenaar van het landgoed en zijne familie bekend geworden." — //Hij heeft dus familie?" — //Ja, en daaronder eene zeer schoone dochter." — // Aha, dus reist gij naar hare voorbruilofts-avondpret." —//Ja, helaas!" — //Hoe zegt gij dat zoo?" — //Bij de familie hebben dingen plaats, die van ernstigen aard zijn; men