N». 3327.

kaart gespeeld, waarbij de ged. heeft verloren, ten gevolge waarvan hij den eischer acceptatiën heeft moeten geven; dat de ware oorzaak ook der onderwerpelijke acceptatie dus is speelschuld, waarvoor art. oo 1825 B. W. de regtsvordering weigert, terwijl die bepaling, naar art. wi 1827 van gemeld wetboek, door geene schuldvernieuwing mag worden te ontweken;

0., dat de eischer ten aanzien van dit beweren des gedaagden heeft vs te kennen gegeven, dat hij inet den ged. niet in handelsrelatie heeft bc gestaan ; dat "de ged., in den namiddag van den 13 Dec. 1870, twee ei malen ten zijnent is gekomen en telkens geld van hem heeft geleend, de eerste maal f 300 , tegen eene acceptatie van dat bedrag, betaalbaar den 24 Dec. 1*70, de tweede maal ƒ 200, tegen twee accep- d< tatien, elke van f 100, betaalbaar mede den 24 Dec. 18 70 ; dat de ged. dienzelfden avond ten derden male ten zijnen huize is gekomen, w aldaar met den eischer heeft kaart gespeeld en aan hem ƒ9 of ƒ 10 m heeft verloren, welke zijn voldaan; dat hij eischer den ged. dien avond heeft gebragt naar het logement "de Zon*, op het Spui alhier, en v< ook daar met hem heeft kaart gespeeld, zulks om drank, waarbij de vj ged. weder heeft verloren; dat de ged. hem heett voorgesteld dec volgenden morgen te zamen naar Haarlem te gaan , waar de ged. 02 f i 100 moest ontvangen ; waaruit hij hem het geleende zou b< restituéren; dat de reis ook werkelijk is ondernomen, maar de ged. te Haarlem geen geld hoeft kunnen bekomen; dat de eischer __ met den ged. te Haarlem wederom kaart gespeeld heelt, zulks om wijn en een diner, waarbij de eischer heeft veiloren; dat de eischer te Haarlem den ged. nog f 100 heeft geleend, dat alstoen __ voormelde drie acceptatiën, ten gezamenlijke bedrage van J 500, aan den ged. zijn teruggegeven, terwijl de ged. toen aan den eischer heeft afgegeven eeno acceptatie, groot ƒ 600, betaalbaai den 24 Dec. 1870; dat deze laatste nader is verwisseld in twee acceptatiën, eene groot f 200, waarvan thans betaling wordt gevorderd, en eene groot ƒ 400, welke later zal vervallen; op grond van welk een en ander de eischer heeft volgehouden, dat de uitgedrukte schuldoorzaak in deze was waar, en dat zij niet bestond in speelschuld;

O., dat de ged. daartegen heeft aangevoerd, dat voor zijne stelling aanwezig waren vermoedens, als bedoeld in art. 1959 13. W., en , onder aanbod van den suppletoiren eed, bij zijne tegenspraak heeft gepersisteerd;

Ten aanzien van het regt: „

O., dat de acceptatie, waarvan de eischer betaling vordert, inhoudt: //de waarde aan contanten naar genoegen genoten";

O., dat echter de ged. de waarheid dier schuldvordering ontkent, __ en beweert, dat de ware, doch ongeoorloofde oorzaak is: speelschuld;

dat, naar art. 1371 B. W., eene overeenkomst, uit eene valsche of ongeoorloofde oorzaak aangegaan, krachteloos is; terwijl, volgens d art. 1373 13. W., eene oorzaak is ongeoorloofd, wanneer zij bij de a wet verboden is , of wanneer zij strijdig is met de goede zeden of d

de openbare orde; , . ^

O., dat art. 1825 B. W. vaststelt, dat de wet geene regtsvordering toestaat ter zake van eene schuld, uit spel voortgesproten, terwijl r art. i 827 B. W. daaraan toevoegt, dat men die bepaling door geene Ischuldvernieuwing mag ontwijken ;

O., dat uit dit een en ander volgt: vooreerst, dat, wanneer de ged. t< aan den eischer bedoelde acceptatie heeft algegeven wegens schuld, b uit spel voortgesproten, de uitgedrukte oorzaak is valsch en de werkelijke oorzaak is ongeoorloofd, als bij de wet verboden ; en ten andere, dat de wet, aan het bestaan eener ongeoorloofde oorzaak, schoon eene andere en geoorloofde zij uitgedrukt, nietigheid verbindende, en, ook na schuldvernieuwing, alle regtsvordering ter zake van schuld, uit spel voortgesproten, weigerende, noodwendig ook in casu den ged. toelaat het bestaan der door hem ingeroepen, ongeoorloofde oorzaak tegenover den eischer te bewijzen ;

O., dat de ged. hiertoe als bewijsmiddel wil doen gelden vermoe- <, dens, bedoeld in art. 1959 B. W.; fc

O., dat zoodanige vermoedens volgens dat artikel als bewijsmiddel ^ in aanmerking kunnen komen, onder anderen, wanneer uit hoofde c van kwade tronw of bedrog tegen eene handeling o? acte wordt (■ opgekomen;

O., dat het stellen eener valsche oorzaak in voormelde acceptatie, \ en het verzwijgen der ware oorzaak, ter ontduiking der bepalingen ^ van de artt. 1825 en 1827 B. W., en het aangaau van schuldvernieuwing in strijd met laatstgemeld artikel, werkelijk zoude zijn eene , daad van kwade trouw en bedrog, zoodat de ged., op grond hiervan, f tegen de acceptatie opkomende, bevoegd is het bewijsmiddel, bij art. e 1959 B. W. vastgesteld, te doen gelden; c

O. nu omtrent de al dan niet aanwezigheid in casu van zoodanige j vermoedens, als bij evengemeld wets-artikel zijn bedoeld : lü. dat de ( eischer heeft orkend, dat op den dag, waarop de ged. geteekend heeft de acceptatiën, waaruit de nu ingevorderde is voortgekomen , twee malen door hem met den ged. is kaart gespeeld en telkens door den : ged. aan hem is verloren; 2'. dat de eischer wel beweert dienzelfden , dag ƒ 500 aan den ged. te hebben geleend, maar niet heeft aannemeliik gemaakt, wat hem zou hebben bewogen om den ged., met wien hij in geene handelsrelatie stond, eene, zeker voor de positie van hem eischer, zoo belangrijke geldleening (aangenomen, wat onwaarschijnlijk is, dat deze eischer dadelijk zoo groot bedrag beschikbaar had), zelfs zonder beding van interessen te doen , hetgeen te meer klemt, omdat, volgens den eischer, de ged. hem had gezegd, dat hij den volgenden dag te Haarlem ƒ 1100 moest gaan ontvangen, en er dus voor den eischer meer reden voorhanden was om den ged. te raden met de afdoening van de beweerde, door hem te 's Hage benoodigdc ƒ 500 te wachten tot na de ontvangst van ƒ 1100 ten volgenden dage te Haarlem, dan om den ged., die van de onmogelijkheid van een dag uitstel niet deed blijken , dadelijk aan J 500 te helpen ; 3<>. dat, terwijl het geld zou zijn geleend om den volgenden dag te worden gerestitueerd door den eischer erkend is, dat de acceptatiën betaalbaar werden'gesteld eerst tegen den 24 Dec. 1870 ; 4". dat de eischer, met den ged. den volgenden dag naar Haarlem gegaan, erkend heef', ook daar met den ged. te hebben kaart gespeeld ; 5°. dat de eischert die zegt te Haarlem van den ged. betaling van ƒ 500 te hebben verwacht en, uitsluitend ter verkrijging daarvan, de reis te hebben medegemaakt, beweert derwaarts, behalve reisgeld, niet minder dan J \ 00 te hebben medegenomen en dit bedrag den ged. te Haarlem weder te hebben geleend; waaromtrent valt op te merken, dat èn het toen bij zich hebben van zoo groot bedrag, èn het leenen daarvan aan den ged., toen deze hem in de beweerde beloofde restitutie van ƒ 500 had'teleurgesteld, kwalijk verklaarbare zaken zijn;

O. nu, dat voormelde omstandigheden, waarvan de appreciatie aan 's regters' oordeel en voorzigtigheid is overgelaten , den regter voorkomen op te leveren gewigtige, naauwkeurige, bepaalde en met elkander in overeenstemming zijnde vermoedens, strekkende met tot volledig bewijs, maar toch ten gevolge hebbende, dat niet geheel en al van bewijs ontbloot is de verdediging des gedaagden, dat de oorzaak der ten deze ingevorderde acceptatie, welke, met eene van ƒ 400 wordt erkend te hebben vervangen eene som van / 600 , en ] welke'laatstgemelde wederom erkend is vervangen te hebben eene ; van f 300 en twee, elke van ƒ 100, in werkelijkheid is schuld, j

voortgesproten uit spel;

O., dat de artt. 1977 en ! 978 B. W. een regter veroorloven en de omstandigheden in deze hem aanleiding geven om, tot aanvulling van het door den ged. geleverde gedeeltelijk bewijs, den ged. ambtshalve op te leggen na te melden eed, om daarvan de beslissing der zaak te > doen afhangen;

advertenties. OPMERKINGEN

betrekkelijk

HYPOTHECAIRE BOEKHOUDING,

door

W. F. M^JUSIMG,

Bewaarder der hypotheken en van het kadaster te Almelo.

Prijs 25 cents.

Tegen remise van 30 ets. in postzegels, franco per post door het geheele Rijk.

Uitgave van de Erven Thierry en Mensing, te 's Gravenhage, In depot bij de HH. Schalekamp , van de Gd ampel en Bakker, te Amsterdam.

Uitnoodiging

ter deelneming aan de op nieuw aanvangende trekkingen van de door den Staat Hamburg j goedgekeurde en gewaarborgde groote

Geldverlooting.

1 De grootste prys in het gelukkigste geval bedraagt \

I 250,000 lart of 175,000 (Mien. :

li De hoofdpryzen zyn:

Mark 150,000, 100,000, 50,000, 40,000, I 35,000, 3 a 20,000, 3 ü 15,©OO, 3 a 13,000, j 1 a 11,000, 3 a 10,000, 1 a SOOO, 5 ii 6000 I 11 a 5000, 3 a lOOO 38 a 3000,106 a 3000, ! j 6 a L500, 5 a 1300, 156 a lOOO, 306 a 500 I 3 a 300, 301 ii 300, 11600 a lao, 13 ii ÏOO,

113 ii 50 ete. ctc.

Meer dan de helft der loten worden door zeven ;

! verlotingen met pryzen uitgetrokken, in het geheel | 21900 prijzen, welke, krachtens het plan, i j binnen eenige maanden door het lot moeten zyn I aangewezen.

I Tegen inzending van het bedrag verzendt de onderI geteekende origineele loten voor de eerste ver' loting, welke officieel vastgestelsi, reeds op

den 2±. Juni a- s.

j j plaats vindt tegen de volgende vaste pryzen: Een geheel origineel lot fl. 3- 50. I'en half origineel Sot ffl. !• ®5. Een vierde origineel lot fl. — 90. onder verzeke[ ring van de promptste bediening.

| Allen, die my hunne orders willen opdragen , maak j: } ik in hun belang daarop opmerkzaam, dat men my j! i by toezending van postwissels de bestelling extra per brief mededeele, en men daarin tiuiaeïyi* de , || naam en woonplaats opgeve. Coupons, Banknoten |l en Postzegels worden in betaling aangenomen.

Jeder deelnemer ontvangt van my de van 8 bet oflicicele wapen voorziene origineele |, i loten — welke niet met verbodene promessen, die ij slechts op persoonlyke vertrouwen berusten, gelyk ■ | te stellen zijn.

ij Het origineele trekkingsplan, alsmede de Holland» sche vertaling daarvan, wordt by iedere bestelling j 3 1 gratis» bygevoegd; en worden de getrokkene pryzen, 1 benevens eene ambtelyke trekkingslyst aan de belang'» |j hebbenden nauwkeurig toegezonden.

Door het vertrouwen, hetwelk zich deze loten i; • | i z00 ras hebben verworven, mag ik ook belangryke j bestellingen verwachten; welke dan ook, zelfs by de j

II f kleinste bestellingen, tot in de afgelegenste gewesten \ | nauwkeurig en onder geheimhouding zullen worden

li uitgevoerd. In kleine tusschenpoozen vielen ver- j || scbeideiie der eerste hoofdpryzesa in myne "i door het geluk begunstigde kollefcte.

j.j Men gelieve zich dus ten spoedigste en regtstreeks S te wenden tot

Adolph Haas

Staatseffectenhandelaar s' in Hamburg.

WHS®»*"' Voor het mij tot dusverre geschonkene .) 3 vertrouwen zeg ik myne geërde deelnemers

■ mynen besten dank. ^

£ ^ —

l "

U _

).

'* Hnel per8(Iruk en Uitgave van fiUBKUi:»»'1"1 «KMKPASTK . te 'iBïavcnhasc,

Regt doende enz., !

Legt ambtshalve aan den ged. den eed op om te zweren , dat de ; oorzaak van de door hem ged. gc*eekende acceptatie , groot / 200 , j waarvan de eischer betaling vordert, werkelijk is schuld, voortgesproten uit spel; . .

Laat den ged. toe dien eed af te leggen op eene der teregtzittingen van dit Kantoogeregt, voor de behandeling van burgerlijke zaken bestemd, in tegenwoordigheid of na behoorlijke oproeping van den eischer *

Voor het geval, dat de ged. dien eed zal hebben afgelegd:

Ontzegt den eischer zijne vordering en veroordeelt den eischer in de proceskosten;

En, voor het geval, dat de ged., ter teregtzitting verschenen, mogt weigeren dien eed af te leggen of, daartoe behoorlijk opgeroepen, mogt nalaten te verschijnen :

Veroordeelt den ged. om aan den eischer, tegen teruggave van vorenbedoelde acceptatiën en overgave van de acte van protest daarvan en behoorlijke quitantie, te betalen de gevorderde som van f 200;

Verklaart dit vonnis, ten aanzien van deze veroordeeling, uitvoerbaar bij voorraad, niettegenstaande hoogere voorziening, zonder borgtogt ;

En veroordeelt den ged. in de proceskosten.

HOOüE KAAD. — Kamer vaa Strafzaken.

Zitting van Dingsdaq, 30 Mei.

Voorzitter , Mr. J. c. Voorduin.

Behandeld het beroep van :

1". den officier bij de Regtbank te Appingedam, tegen een vonnis in zake .J. B. E. H. Roggenkamp. Rapp., raadsh. Kist. Gepleit Mr. S. van Houten. Conclusie bepaald 5 Junij. i°. S. J. Stevens, tegen een vonnis der Regtbank te Assen. Rapp., raadsh. Huguenin. Adv.-gen. Smits concludeert tot verwerping. Uitspraak 13 Junij.

BENOEMINGEN, VERKIEZINGEN ENZ.

Bij Z. M. besluit van den 22 dezer, n°. II, is aan .Mr. I'. Lijndraijer Jnr., op zijn daartoe gedaan verzoek, eervol ontslag verleend als notaris te Amsterdam , en benoemd tot notaris binnen het arrondissement Arasterdam , ter standplaats Amsterdam, J. 0. Carp , candidaat-notaris aldaar, een en ander in te gaan 1 Junij 1871.

Bij Z. M. besluit van den 24 dezer , n". 17, is benoemd tot

raadsheer in het Prov. Geregtshof in Overijssel, i\Lr. H. E. C. van Kerckhoff, thans regter in de Arrond.-Regtbank. te Zwolle.

— Bij Z. M. besluit van dezelfde dagteekening, n». 18, is benoemd tot kantonregter te Waalwijk, Mr. B. M. A. A. de Koy, thans griffier bij het Kantongeregt aldaar.

BEE1GTEN.

•s Gravenhage , den 30 Mei.

De heer Mr. Ph. van Blom, te Heerenveen, heeft zich verpligt geacht ter kennis der kiezers te brengen, dat zijne ambtelijke betrekking hem thans, ten gevolge van bijzondere omstandigheden, niet toelaat het mandaat voor het lidmaatschap der Tweede Kamer der Sta ten-Generaal aan te nemen , en dat hij zich mitsdien bij de periodieke aftreding riiet herkiesbaar stelt.

Onder de stellingen van den heer J. J. Rigail Certon , waarop

hij 15 Mei jl. te Leiden in de regten promoveerde, komt voor de

Het formulier van eisch (volgens Amsterdamsche praktijk) tot voldoening van eene geldsom in vreemde muntspeciën, b. v. van 1000 francs: * te betalen eene som van lüOO francs of in Nederlandsch geld eene som, gelijkstaande met 1000 francs naar den koers van den dag der afdoening," verdient de voorkeur boven de formulering (volgens Haagsehe praktijk): »te betalen eene som van 1000 francs of behoudens erreur in de reductie van ƒ 475.00 in Nederlandsch geld.»

Bij de vordering van rente dient echter nog te worden bijgevoegd : "met de rente van de geëischte som van 1000 francs of in Nederlandsch geld van eene som, daarmede gelijkstaande, naar den koers op

den dag der dagvaarding." ,

[Vgl. artt. 5, n°. 3, B. R., 1793, 1425, 1286 al. A. «. W.]

REGTSGELEEKDE UITGAVEN.

duitsche literatuur.

Gezetz betr. die Errichtung v. Handelskammern vorn 24 Febr. 1870

V? S. Berlin, Koetkampf.

Koch Dr C F allgemeines Berggesetz f. die preussischen Staaten, nebs't Motiven v. Landtngsverhandlgn., so wie den dazu erlass. erganz. Bestimmungn., ra. Kommentar. 3 Lfg., gr. S'. ^\ H u. b. 257—508). Berlin 1870, Bahlen.

Laband, Prof. Dr. Paül, das Bundgetrecht nach den Bestimmungen der preussischen Verfassungs-TTrkunde unter Berücksicht. der Verfassc d norddeutschen Bundes. (Aus d. «Zeitsehrift f. Gesetzgebg. u. ■ Rechtspflege in Preusseii".) Gr. 8°. (IV, 83 S.). Berlin, Guttentag.

" Assecuranz-Almanach , repertorischer. Handbuch f. den Assecuranz' u. Handelsstand u. f. Juristen. Hrsg. v. Dr. a. F. Elsner, 5 Jahrh. ' (1871), gr. 16°., 386 S. Berlin, Grieben.

' Karüp Prof. W., theoretisches Handbuch der Lebensversicherung , ! 3 Ab'th 2 Halfte. Die Pramien u. Reserven der Lebensversicherungs-

banken.' Gr. 8'. (XV u. S. 97—164). Leipzig, Fritsch. 1 üeitraza zur Erlauterung d. preussischen Rechts, d. Handels- u. Wechselrechts durch Theorie u. Praxis. Unter Mitwirk. Prakt- J°™'en ' hrsg. v. App.-Ger.-R. lir. J. A. Grüchot, 15 Jahrg. 1871, 6 Hfte, t r- so. (i Heft, 144 S.) Berlin, Bahlen.

1 Blatter f. Rechtsflege in Thüringen u. Anhalt. Hrsg.^v. App.-Ger.-R.

Dr. A. Voli.ert, 18 Bd., Jahrg. 1871, 6 Hfte, gr. S . (1 Hit, 64 t.) 1 Jena, Fr. Frommann.

e i Stadelmann , Bezirkamts-Assess. W., Anleitung zur Verabfassung ortspolizeilicher Vorschriften auf Grund d. Polizeistrafgesetzbuches ' 1 der Gemeindeordg. d. Heimatgesetzes u. z. w. m. Entwürfen zu solchen f jeden einzelnen Gesetsartikel (2e volstandig neu bearb. t Aufl. der Druckschrift: «Die Polizeivorschnften der Ortsbehorden»), p er. 8". (VII, 165 S.) Bamborg, Bdchner.