tot herscheiding. — De exceptie plurium litis consortium en de exceptie tibi non competit haec actio als nieuwe weren van regten in hooger beroep. — Tot de regtsgeldigheid eener — wordt vereischt do medewerking van alle deelgenooten in persoon of wettig vertegenwoordigd. — Optreding van een door den regter benoemden onzijdigen persoon buiten de gevallen, waarvoor hij is benoemd. Geld. 3573. 2.

Boedelscheiding. Eisch tot —. Gehuwde vrouw. — Gemeenschap van goederen. — Niet-ontvankelijkheid.

Kan de regtsvordering tot — worden ingesteld tegen de in gemeenschap van goederen gehuwde vrouw, zonder tevens haren man, ook pro se, in het geding te roepen? — Neen. 's Bosch. 3579. 3.

Afwezige militair. — Bewindvoerder. — Woonplaats. — Art.

519 B. W.

Moet onder «Regtbank van de woonplaats» des afwezigen, in art. 519 B. W., daSr, waar het oen militair geldt, die telkens van garnizoen verandert, worden verstaan die Regtbank, alwaar de militair het laatst zijn hoofdverblijf heeft gevestigd?—Ta. Sneek (raadk.). 3597. 4.

Levering. — Titels. — Magescheyd. — Protocol-boeken.

De levering van boomen, die verkocht zijn om te worden geveld, geschiedt op het oogenblik, dat zij ter velling beschikbaar worden gesteld.

Wanneer in eene acte van — partijen verklaren geene titels of eigendomsbewijzen van zeker perceel te bezitten, kan daaruit niet worden afgeleid, dat er geene titels van dat perceel bestaan, en verliezen zij het regt niet later die titels te produceren.

Volgens het anno 1795 op de Veluwe, en speciaal in het ambt van Doornspijk geldende regt, verkreeg eene acte van magescheyd door de verzegeling of onderteekening, door het meerendeel der wederzijds benoemde dedings-luyden, dezelfde kracht, alsof zij ge•egtelijk opgemaakt ware.

I)e overschrijving in de protocol-boeken was, volgens datzelfde regt, een onmisbaar vereischte om eene acte van magescheyd kracht te geven tegen derden. Arnh. 3602. 2.

Acte tot inventarisatie en —. Erkenning van een natuurlijk kind. —

Vereiscbten der erkenning. — Geboorte-acte. — Huwelijks-acte van het kind. — Erkenning in een uitersten wil bij openbare acte. — Herroeping van den uitersten wil. — Art. 922 B. W. — Het niet-vervallen der erkenning. — Berusting in een testament. — Niet-toepasselijkheid in casu van art. 967 B. W. Geld. 3604. 1.

Verzuim. Nietig-verklaring. — Herscheiding. — Acte van redres.

Levert het gemis of ontbreken van een der minderjarige erfgenntnen of van ziin vertegenwoordiger in eene acte van — een ge¬

brek op, hetwelk de gansche acte vitieert en deze van den aanvang af nietig doet zijn? — Ja.

Zijn de in de practijk gebruikelijke acten van redres of rectificatie in de wet bekend? — Neen. Leeuw. 3604. 3.

Actie tot inventarisatie en —. Vereiscbten tot de erkenning van

een natuurlijk kind. — Huwelijks-acte. — Testament. — Herroeping. — Art. 922 B. W. Tiel. 3609. 3.

Eisch tot —. Bewindvoerder voor afwezigen. — Acte van bekendheid. — Onzekerheid van overlijden van een geregtigde bij eene nalatenschap. — Onvoldoend bewijs, 's Bosch. 3617. 2.

Art. 697 B. R. — Begrip van dading. — Art. 1888 B. W. —

Eeds-opdragt. Breda. 3634. 1.

Statering. — Verhoor op vraagpunten. — Liberaliteit of schenking. — Inbreng.

Een punt, dat reeds beslist is, kan niet in dezelfde instantie aan nader bewijs worden onderworpen. Na eene expertise kan eene zaak geacht worden in staat van wijzen te zijn, al hebbe de gedaagde op de expertise niet ten principale geantwoord. Hetgeen kinderen in dienstbetrekking van den vader meer hshben genoten dan een billijk loon, moet beschouwd worden als liberaliteit of schenking onder de lerenden. Amst. 3664. 2.

Zie Beslag. 3636. 2.

Boekbeschouwing enz. Over het tweede gedeelte der verhandeling van Mr. W. Binger over de commanditaire vennootschappen. 3535. 4.

Over het handboek der geregtelijke scheikunde, door Dr. F. L.

Sonnenschein, uit het Hoogduitsch vertaald door J. F. Suyver. 3535.4.

Over het werk: le Cours de Code Civil, professé a la faculté de

droit de Paris, door A. Valette, hoogleeraar te Parijs. 3540. 4.

Over de verzameling van wetten, besluiten en aanschrijvingen betreffende de directe belastingen en de in- en uitgaande regten en accijnsen met aanteekeningen van den heer C. M. Bremer, te Groningen. 3541. 4.

Over het werkje, getiteld: opmerkingen omtrent het ivels-ontwerp betreffende de nieuw in te voeren regterlijke organisatie. 3554. 4.

Over het werkje getiteld: Leiddraad ten gebruike bij de beoefening van hei practisch gedeelte der notariële wetenschap, bevattende de oplossing van eenige deels eenvoudige, deels meer zamer.gestelde voorstellen ter vervaardiging van notariële acten, -welker inhoud in verband staat met de bepalingen van het burgerlijk regt, met de noodige ophelderende aanteekeningen en toepasselijke wetsbepalingen, door W., bij A. J. van Huffel, te Utrecht. 3566. 4.

Over de door den heer J. Oppenheim geleverde vertaling en omwerking van John Stuart Mill's Staathuishoudkunde. 3571. 4. „ rwm- Hp tweede aflevering van de wet, houdende voorziening tegen

besmettelijke ziekten, opgehelderd door eene aanteekening van den heer J. Al. Hoog. 3604. 4.

Beschouwingen aangaande de wenschelijkheid der invoering van regt-

banken van koophandel in Nederland, door Joseph Jacobson. — Rotterdam, b\j M. Weit en Zonen, 1873, 104 bl. in 8». 3606. 4.

Over het leeken-element in de strafregtspleging, door den heer

O. Q- van Swinderen. 3626. 4.

Over het tweede en laatste stuk van de wet, houdende voorziening

tegen besmettelijke ziekten, met aanteekeningen van den heer Hoog. 3631. 4.

Over de nieuwe, door den boekhandelaar van Leeuwen bezorgde

uitgave van het Traité des obligations van Pothier. 3634. 4.

- Over de tweede aflevering van de Rekening-courant van den heer J. A. Levy. 3641. 4.

Over den vijfden druk van de gemeentewet, bijgewerkt tot Oct.

1873, door den heer Schuurman. 3641. 4.

Over de wet tot afkoopbaarstelling der tienden van 12 April 1872,

toegelicht door den heer F. M. Sikkenga, uitgegeven bij Blusse' en van Braam, te Dordrecht. 3656. 4 ïtai-m: u Zift Verzekerinn. 3545. 3.

Boekwerken. Aantal — en geschriften, in 1872 in Engeland uit-

gekomen. 3544. 4.

Boei. Zie Schadevergoeding. 3572. 3.

Boemelerwaard boven den Meidijk. Het Bestuur van het polderdistrict ca. het Rijk der Nederlanden. H R. 3574. 1.

Boer (J. K.) in cass. 3593. 2.

Boersma (W. G.) c. s. Het Openb. Min. ca. —. Kant. Zuidhorn.

3614. 4. Regtb. Gron. 3620. 3.

Bommel (J. van! c. s. in cass. 3649. 3.

Bons (D." K.) c. s. in cass. 3580. 2.

Boomen. Zie Hegge. 3598. I; - Onteigening. 3627. 1.

Boone (J. K.). Het Openb. Min. ca. —. Kant. Ommen. 3640. 4. Boots (Mr. J. P.) ca. het Bestuur der Registratie. Maastr. 3602.3. Borgen. Zie Gouden en zilveren werken. 3610. 1.

Borgtoot. Zie Drukpers-reglement. 3628. 3; — Vrijwaring. 3637. 1.

Bos (A.) c. s. voor Zuidh. 3626. 3.

— in cass. 3606. 2.

Bos (D.) ca. L. Kooman qq. H. R. 3646. 1.

Bosman (IC. A.), wed. Nieborg, c. s. ca. K. Dijkhuis, wed. Heeres. App., Hof Gron. 3623. 1.

Bodman en Comp. (S. H.) ca. H. Wilhelmy. Regtb. Gron. 3557. 3.

Bourbon (del. De zaak der familie — tegen den Graaf van Charabord op de rol van het Hof van appel te Parijs gebragt. 3610. 4.

— Een merkwaardig proces. Meng. 3613. 4.

Bout (D. van den). De minister van Finantiën ca. —. Nijm. 3545. 3.

Bout (H. van den) in cass. 36 !4. 1.

Bouwen. De exceptie van incompetentie ratione materiae verworpen.

Het Gemeentebestuur heeft door de wijze, waarop het de verguuning tot — voorwaardelijk heeft verleend, ten aanzien van den eischer eene onregtmatige daad gepleegd.

Atqui veroordeeling ex art. 1401 B. W. Rott. 3594. 2.

Zie Huizen. 3588. 2; — Plaatselijke verordeningen. 3555. 4.

Brandverzekering. Zie Verzekering. 3546. 3; 3567. 2.

Brauw (Jhr. Mr. W. M. de). De heer — gekozen tot lid van de Tweede Kamer. 3598. 4.

Briefkaart. Zie Beleediging. 3599. 4.

Brieven van Mr. A. aan Mr. B. 3589. 4.

Brievenvervoer. — Spoorweg-maatschappij. — Kosteloos en betaald vervoer. — Schadevergoeding. — Winstderving. — Billijk loon.

Moet aan eene spoorweg-maatschappij, op wie, krachtens art. 58 der spoorweg-wet, wordt van toepassing verklaard art. 39 dier wet, en die daardoor dus verpligt wordt tot kosteloos — voor de posterij, behalve de vergoeding der daardoor te lijden schade, ook nog een billijk loon door den Staat worden betaald voor dat k os* .loos vervoer? — Ja. H. R. 3554. 2.

— Spoorweg-maatschappij. — Schadevergoeding. — Aanteekening.

Is het Bestuur der posterijen bevoegd het vervoer der brieven, ook aangeteekende, toe te vertrouwen aan eene spoorweg-maatschappij? — Ja.

Volstaat dat Bestuur met eene schadeloosstelling van f 2."> voor een zonder opgave van waarde aangeteekenden brief, die tijdens dat vervoer verloren raakt, onverschillig wat daarvan de oorzaak zij ? — Ja. H. R. 3603. 1.

Brink (B.) in cass. 3578. 2.

Brink (C. van), wed. G. J. Wulfsen, ca. E. Pauw. H. R. 3662. 1.

BRiTTANNie ((iroot-). isoetpreaiKatie door iNed Wrigut, oen bekenden

«apostel der dieven». 3541. 4.

— Aantal boekwerken en geschriften, in 1872 uitgekomen. 3544.4.

— Voorstel aangekondigd tot het instellen van oen opperste geregtshof en tot het invoeren eener nieuwe proces-orde in hooger beroep. 3549. 4.

— De bill tot instelling van een hoog geregtshof; verhandelde deswege in het Hoogerhuis. 3553. 4.

— Het ontwerp tot wijziging van de regtspraak en van de indeeling der hooge regterlijke collegiën aan eene commissie van lords te onderwerpen. 3569. 4.

— Veroordeeling wegens het uitsteken der oogen aan zangvogels. 3584.4.

— Overlijden van lord Westbury, uitstekend regtsgeleerde en voormalig lord-kanselier. 3609. 4.

Voorgevallene in het Hoogerhuis over de wetsvoordragt tot regeling

van de regtspraak in hooger beroep. 3611. 4.

Hoe een gentleman in den schouwburg moot gekleed zijn. 3611. 4.

De betrekking van judge advocate general zou weêr vervuld worden. 3615. 4.

De nieuwe wet tot instelling van een opperste hof van appel afgekondigd. 3616. 4.

Veroordeeling tot levenslangen dwangarbeid van vier Amerikanen

wegens het vervaardigen van valsche wissels. 3621, 4.

— Statistiek van in-hechtenis-nemingen te Londen. 3621. 4.

In Victoria, eene der Australische koloniën, bekrachtigd de bill,

die een weduwnaar veroorlooft met eene zuster zijner overledene vrouw te trouwen. 3626. 4.

Stuitende teregtstelling van den moordenaar James Connor. 3631. 4.

Vraagstukken bij het Congres der sociale wetenschappen te Nor-

wich. 3642. 4.

— De heer James bevorderd tot attorney-general, en de heer Vernor Harcourt benoemd tot solicitor-general. 3650. 4.

Brocx (L. G.). Den heer —, minister van Marine, ad interim opgedragen het beheer van het Departement van Oorlog. 3628. 4.

Aan hem op verzoek eervol ontslag verleend als minister van

Marine. 3661. 4.

BroeCKS (F.) in cass. 3591. "2.

Bronkhorst (J.) ca. de erfgenamen van H. Bronkhorst. Hoorn. 3642. 2.

Bruchem (C. van) in cass. 3601. 1.

Bruggeman (I.) ca. C. H. Siem. Amst. 3624. 3.

Bruggen. Algemeene maatregelen van inwendig bestuur. — Beteekenis der woorden: «oppertoezigt» en »bestuur», voorkomende in artt. 213 en 214 der Grondwet van 1840. — Bevoegdheid des Konings. — Art. 1 Strafvord. — Afkondiging. — Art. 73 der Grondwet van 1840.

Moeten onder algemeene maatregelen van inwendig bestuur alleen verordeningen tot uitvoering, hetzij van de Grondwet, hetzij van de wet, verstaan worden? —Kantonregter: Ja. — Regtbank: Neen. Hooge Raad: Niet beslist.

Omvatten de woorden : » oppertoezigt» en » algemeen bestuur », voorkomende in artt. 213 en 214 der Grondwet van 1840, ook het regt van politie-wetgeving? — Kantonregter: Neen. — Regtbank: Niet beslist. — Hooge Raad: Ja.

Was de Koning in 1845 en 1846 bevoegd tot het vaststellen van eene strafverordening op het gebruik en bestuur van de — over de vaarwateren der Jeltesloot en de Welle, liggende in den grooten we" der eerste klasse van Leeuwarden over Sneek naar de Lemtnpr? Kantonreeter: Neen. — Regtbank: Ja. — Hooge Raad: Ja.

» Volgt niet reeds uit art. I Strafvord., dat de regter geene straf

mag uitspreken, uit Kractit van algemeene maatregelen van inwendig bestuur, die geen wettigen grondslag bezitten? —Kantonregter: Niet'beslist. — Regtbank: Neen. — Hooge Raad: Niet beslist.

Kuunen onder algemeene maatregelen van inwendig bestuur ook zuiver locale en speciale maatregelen begrepen worden? — Kantonregter : Niet beslist. — Regtbank en Hooge Raad (beide implicite): jUê _ (Deze vraag was bij memorie van cassatie geopperd).

t~ i..>. .anUinont nn hpr pebruik en nestuur van de - over de .

j.ö llou o

Jeltesloot en de Welle, om ais algemeene maairegei van inwennig bestuur te kunnen gelden, behoorlijk afgekondigd?—Kantonregter: Niet beslist. — Regtbank : Ja. — Hooge Raad: Neen.

Is aan het voorschrift van art. 73 der Grondwet van 1848 genoegzaam voldaan, indien, hoewel daarvan bij de afkondiging van een™reglement geene melding is gemaakt, toch aliunde blijkt, dat de Raad van State inderdaad opdat reglement gehoord is? Kantonregter: Niet beslist. — Regtbank: Ja. — Hooge Raad: Neen. Kant. Lemmer, Regtb. Sneek. 3612. 2.

Zie Waterstaat. 3555. 1.

Brüining (S. C. H.) c. s. in cass. 3609. 3.

BruynJzn. (J.). 25 jarige ambtsvervulling door defileer — als kantonregter te Enkhuizen. 3540. 4.

Büchner (Dr. C. E.). De heer — gekozen tot lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. 3634. 4.

Buitenoeregteujke bekentenis. Zie Curatele. 3544. 1.

Buitenlandsche acten. Zie Nalatenschap. 3544. 1.

Buitenlandsche vonnissen. Zie Koop en verkoop. 3633. 2.

Buitenlandsche Zaken. Uittreksel uit het verslag der commissie van rapporteurs der Tweede Kamer over hoofdstuk III der staatsbegrooting voor 1874, voor zooveel betreft internationale regtscollegiën in Egypte en eene internationale regeling van de tenuitvoerlegging van vreemde vonnissen. 3643. 4.

— Id. uit de memorie van beantwoording. 3647. 1.

Buma (Mr. W. W.). Levensschets. 3630. 4.

Bunge en Coup. c». de Wurtembergsche transport-verzekering-maatschappij. Amst. 3569. 2.

— ca. de Amsterdamsche Assurantie-Maatschappij. Amst. 3629. 2.

Buren (J. van) e. s. De minister van Finantiën ca.—. Dordr. 3598. 3.

Zuidh. 3609.' 2.

Boren (J. van) c. s. in cass. 3662. 2.

Burengeruchten. Nachtelijke —. Verstoring der rust. — Eén persoon, meerdere personen. — Straffen. — Gevangenis-straf. — Geldboete.

Wordt het verstoren der rust zelve wel vereischt tot toepassing van art. 479 C. P.? — Explicite neen.

Vindt het artikel zijne toepassing ook, wanneer de rustverstoring slechts hij een enkel persoon op de bij het artikel omschreven wijze heeft plaats gehad? — Ja.

Is teregt tegen het feit gelijktijdig gevangenis-straf en geldboete uitgesproken? — Ja. H. R. 3597. 2.

Burger Wz. (W. S.). 25 jarig jubile' van den heer — als notaris

.en dispacheur te Rotterdam. 3571. 4.

Burgerlijke actie. Zie Beleedigde partij. 3552. 1.

Burger-gasthuis (Oud-). Zie Gasthuis. 3606. 1.

Burgerlijken stand. Ambtenaar van den —. Aangifte van geboorte. — Artt. 27 en 29 B. W.

Is, hetzij bij art. 29 B. W., in verband met art. 27, hetzij bij eenige andere wetsbepaling, den ambtenaar van den —, onder strafbedreiging, verboden om eene geboorte-acte op te maken of in te schrijven, wanneer de aangifte niet binnen drie dagen na de bevalling is geschied? — Neen. Hof Gron. 3624. 3.

— Beweerd verzuim vai den ambtenaar van den —. Natuurlijk kind. — Erkenning. — Moeder. — Voogd.

Moet het geacht worden eene uitdrukkelijke erkenning te ziju van een natuurlijk kind door hare moeder, wanneer deze bij de voltrekking van het huwelijk van dat kind als moeder optreedt en ■ tot dat huwelijk hare toestemming verleent? — Ja.

Behoefde de ambtenaar van den — zich dus niet van de toestemming van den voogd en toezienden voogd te verzekeren? — Neen. Regtb. Gron. 3638. 3.

— Ontbreken eener geboorte-acte. — Aanvulling van de registers van den —. Inschrijving van des regters vonnis in de loopende gaboorte-registers. Arnh. (raadk.). 3641. 2.

— Geboorte-aangifte. — Termijn.

Verbiedt al. 2 van art. 29 a. W. den ambtenaar van tien — om van eene aangifte van geboorte, na den wettelijken termijn van drie dagen gescbied, eeno acte in te schrijven? — Neen.

Is het avis du Conseil d'Êtat van 12 Brumaire an XI (3 Nov. 1802) (Bulletin des lois n">. 215) hier te lande nog van kracht? — Niet beslist.

Is in ieder geval de overtreding van dat advies met straf bedreigd ? Neen. H. R. 3653. 1.

Burgerlijk regt (Geschilpunt van). Zie Jagt. 3609. 2 ; — Motieoen. 3650. 1 ; — Overgang. 3536. 1 ; 3616. 1.

Burgerlijk Wetboek. Over het werk : le Cours de Code Civil, projesse' a la faculté de droit de Paris, door A. Valette, hoogleeraar te Parijs. 3540. 4.

Burgerregt (Oud-). Zie Gasthuis. 3606. 1.

Burght (A. van der) in cass. 3593. 1.

Burght (J. van der) in cass. 3596. 1.

Burhart Jr. en Comp. De firma —ca. J. Kleyntjes. Maastr. 3633. 2.

Bus (A. H.). Het Openb. Min. ca.—. Zwolle, Overijss. 3537. 1.

Büuren (A. van). Levensschets van den heer —, candidaat-notaris en deurwaarder te Arnhem. 3553. 4.

Bylandt (Mr. E. J. A. Graaf van). De heer — benoe;nd tot voorzitter der Eerste Kamer. 3627. 4.

— Rede bij de aanvaarding van het presidium. 3628. 4.

c.

Callenfels (Mr. Ph. J.) benoemd tot officier der orde van de Eikenkroon. 3631. 4.

Canneel (F. F.). Afscheid door den heer — genomen als kommandant van de criminele gevangenis te Leeuwarden. 3579. 4.

Cassatie. Middelen van —. Feitelijke grondslag. Opstel. 35'!-". i.

Over de —. Eene nieuwe ontdekking. 3535. 3.

Griffie. — Raadsheer. — Waarnemend griffier. — Niet-ontvanke-

lijkheid.

Is eene voorziening in —, door den procureur-generaal l>ij een Prov. Geregtshof ingesteld en verschijnende ter griffie van dat Hof, bij afwezigheid van griffier cn subst.-griffier, voor een raadsheer, waarnemend griffier, nietig en van onwaarde?—Ja. H. R. 3544. 2. Jnr. 3551. 4.

Nader over het ontwerp regterlijke inrigting. 3558. 4,

De heer Godefroi over de ---. 3564. 4.

Kan bij pleidooi door den advokaat in — worden gedesisteerd

van een middel, in de memorie van — voorgesteld? — Neen. H. R. 3577. 1.

De — door de achterdeur weêr binnen. 3581. 4.

— Nader. 3582. 4.

Kan jn — voor het eerst eene geheel nieuwe en voor den regter

a quo niet aangevoerde exceptie van nietigheid der dagvaarding worden voorgesteld? — Neen.

Kan in — worden onderzocht, ook al bleek a priori de nietontvankelijkheid eener ingestelde vordering, of da ontkende daadzaken , welke de regter a quo den eischer heeft toegelaten door getuigen te bewijzen, zijn ter zake dienende en afdoende? —Neen. H. R. 3583. 1.

Voorziening «namens» den officier van justitie door den ambtenaar

van het Open. Mm. by het tumtongeregr. — «ïew-univaiiMsiuKaei.i.

is eene voorziening in — ontvankelijk, ingesteld bij het Openb. Min. bij het Kantongeregt namens den officier van justitie? — Neen.

Wordt die vermelding ongedaan gemaakt door de nadere inzending eener memorie van — door den ambtenaar zeiven? — Neen. H. R. 3586. 1.

— De belangen der betrokkenen bij — in strafzaken. Meng. 3642. 4. Zie Beleediging. 3616. 2; — Geneeskunde. 3655. 2; — Hazardspel. 3576. 1; — Hooger beroep. 3554. 1; — Jagt. 3660. 1 ; — Loterij. 3618. 1; — Plaatselijke verordeningrn. 3537. 1; 3570. 2; 3607. 1; 3611. 1; — Registratie. 3569. 1 ; — Sluizen. 3579. 8; — Veeziekte. 3541. 1; — Verstek. 3594. 2; — Waterloop. 3641. 1. Caters (C. Baron de) ca. J. A. de Ram c. s. Noordbr. 3650. 2. Cavodino ca. C. H. Recker. Amst. 3541. 3.

Cellulaire straf. Zie Gevangenis-straf. 3551. l; 3560.3; 3662.3.

Certificaten. Zie Valschheid. 3598. 2.

Cessie. Zie Slaven. 3594. 1.

Cessie van actie. Zie Verzekering. 3640. 2.

ChanCbowYand c*. de Roering' van Nederlandsch Iniüë.H.k. 3576.1.