knoeien zijn verzonden, nl. door het nieuwe onderhandsehe contract in te sluiten in de enveloppe (met ouden stempel) der oude brieven. Dat de inkt, waarmee de contracten zijn geschreven verscher is dan de inkt van het adres, zal niet dan na een zorgvuldig chemisoh onderzoek — en misschien dan nog niet eens — kunnen blijken.

In het tweede geval, waar de akte zelf een poststempel draagt zooals bij postbladen en briefkaarten, kan op dezelfde wijze geknoeid worden door nl. onbesohreven bladen of kaarten te verzenden.

Het verschil nu tusschen de middelen, in art. 1917 B. W. omschreven, en den poststempel blijkt thans duidelijk : dooide in het artikel genoemde middelen wordt anti-dateering totaal verhinderd, staat de datum boven iederen twijfel verheven, het middel van poststempel daarentegen staat lieden, die knoeien willen en antidateeren, niet in den weg.

De uitspraak van Mr. L. dat de poststempel op den brief de dagteekening van dien laatste waar maakt, klinkt mij derhalve te positief. In de meeste gevallen zal de dagteekening van den brief (de onderhandsehe akte) overeenkomen met den poststempel op de adreszijde, maar in die gevallen, waarin er geknoeid wordt — en tegen deze gevallen moet juist gewaakt worden, en is ons artikel geschreven — levert de poststempel niet voldoende waarborg op.

Den Haag, 15 Febr. 1901. J. W. Belikfante.

HOOGE RAAD. — BULLETIN.

(Strafkamer).

Zitting van Maandag, 18 Februari.

Voorzitter, Mr. J. J. van Meerbeke.

I. Uitspraak gedaan in zake :

1°. De Proc.-Geni. te Amsterdam, tegen een arrest in zake H. v. W. c. s. N i e t-on t v an kei ij k verklaard.

2°. J. v. E. c. s. tegeneen arrest van het Hof te's Gravenhage. Verworpen.

3°. H. v. L. tegen een arrest van het Hof te Arnhem. V erworpen.

4°. M. T., h/v. J, H. v, D., tegen een arrest van bet Hof te Arnhem. Verworpen.

5°. C. E. C. tegen een vonnis der Rechtbank te 's Hertogenbosch. Verworpen.

II. Conclusie genomen in zake:

A. M. d. R., wed, C. B., tegen een vonnis der Rechtbank te Amsterdam. Adv.-Gen. Jhr. Rethaan Macaré concludeert tot verwerping. Uitspraak 18 Maart.

IH. Behanjjei.1) het beroep van:

1°. H. W. c. s. tegen een vonnis der Rechtbank te Amsterdam. Rapp. raadsli. Jhr. Laman Trip. Gepleit door Mr. B. Asscher, adv. te Amsterdam. Conclusie bepaaldl op 4 Maart.

2°. H. H. O. M. tegen een arrest van het Hof te Amsterdam. Rapp. raadsh. Jhr. Laman Trip. Gepleit door Mr. L. W. van Gigch, adv. te Amsterdam. Conclusie bepaald op 4 Maart.

3°. G. R. tegen een vonnis der Rechtbank te Zwolle. Rapp. raadsh. de Pinto.

4°. Den Ambt. van het Openb. Min. te 's Hertogenbosch, tegen een vonnis in zake G. H. Rapp. raadsh. Ciant van der Mijll. Adv.-Gen. Jhr. Piethaan Macaré concludeert tot vernietiging van het bestreden vonnis en. verwijzing der zaak naar de Rechtbank te 's Hertogenbosch. Uitspraak 18 Maart.

5°. P. K. tegen een vonnis van het Kantongerecht te Veghel. Rapp. raadsh. Eijssell.

6°. C. A. tegen een vonnis der Rechtbank te 's Hertogenbosch. Rapp. raadsh. Hanlo.

Adv.-Gen. Jhr. Rethaan Macaré concludeert in de sub 3°, 5° en 6° vermelde beroepen tot verwerping. Uitspraak 25 Februari.

BENOEMINGEN, VERKIEZINGEN ENZ.

Bij, Kon. Besluit van 14 Februari 1901, n°. 55, is benoemd tot notaris binnen het arrondissement Amsterdam, ter standplaats Amsterdam, F. E. Hancock, candidaat-notaris aldaar.

— Bij Kon. Besluit van 14 Februari 1901, n°. 56, is benoemd tot rechter-plaatsvervanger in de Arrond.-Rechtbank te Almelo, Mr. G. Jannink, thans kan tonrechter-plaats vervanger aldaar.

— Bij Kon. Besluit van 14 Februari 1901, n°. 57, is benoemd tot kantonrechter te den Helder, Mr. F. W. ter Spill, thans griffier bij het Kantongerecht te Woerden.

— Bij Kon. Besluit van 14 Februari 1901, n°. 58, is benoemd! tot griffier bij het Kantongerecht te Brielle, Mr. H. Pelinck, advocaat en procureur te Assen, tevens waarnemend griffier bij liet Kantongerecht aldaar.

BERICHTEN EN MEDEDEELINGEN.

„De ¥oningwe t".

Eene 'brochure met dit opschrift van de hand van Mr. H. Verkouteeen (Amsterdam, Egeling's Boekhandel, 1900) ontvingen wij reeds voor vele maanden „ter bespreking". Het was voor ons moeilijk aan dit verzoek te voldoen. Onze lezers begrijpen, dat de brochure handelt over het bij Koninklijke Boodschap van 14 September 1899 der Tweede Kamer aangeboden ontwerp van wet, houdende wettelijke bepalingen betreffende de volkshuisvesting, dat, wet geworden, zal kunnen worden aangehaald onder den titel van „"Woningwet" (art. 52). Dit wetsontwerp betreft een groot volksbelang; het behoort tot den zeer ruimen, wetenschappelijk nog altijd niet scherp afgebakenden kring van wetten, die men meent te kunnen samenvatten onder den naam „Booiale wetgeving", een niet gelukkig gekozen uitdrukking, omdat alle wetgeving van staatswege behoort te voorzien in de behoeften der maatsoliappij, jilzoo „sociaal" is, althans moet zijn. "Wat daarvan zij, het

door den heer Verkouterejï behandelde wetsontwerp behoort niet tot het gebied, waarop het W. v. h. R. zich bij voorkeur, zij het dan ook niet bij uitsluiting, beweegt : privaat-, straf- en procesreoht. De „woningwet" treedt daarbuiten, zij eischt de beslissing van een aantal moeiljjke problema's deels van staatsrechtelijken, deels van economisohen en technischen aard, die niet zjjn van onze competentie. Wij onthielden ons daarom van eene eigen bespreking van het ontwerp der woningwet en kunnen daartoe nu niet langs een omweg komen door eene bespreking der brochure van den heer Verkouteren, die eene soherpe kritiek bevat van het oorspronkelijk ontwerp. Hier en daar is aan zijne bezwaren tegemoet gekomen in het bij het Verslag der commissie van rapporteurs van de Tweede Kamer dd. 25 Januari 1901, tevens bevattende het regeeringsantwoord, overgelegde gewijzigd wetsontwerp. Zoo verviel, om hier op één voorbeeld te wijzen, in art. 5 nieuw het derde lid van art. 5 o u d, dat aan de bouwvergunning als voorwaarde kon worden verbonden het betalen van eene bijdrage in de kosten van bestrating, rioleering, verlichting en aanleg van waterleiding, eene samenkoppeling, die in de afdeelingen der Tweede Kamer bestrijding vond, en waartegen ook de heer Verkouteren op bl. 18 zijner brochure, o. i. zeer terecht, in verzet kwam. Met het vervallen dezer facultatieve voorwaarde der door Burgemeester en Wethouders te verleenen bouwvergunningen zijn echter des schrijvers, op bl. 8—17 met klem uiteengezette bedenkingen tegen het stelsel van vergunning, zelfs in gemeenten waar geen bouwverordening bestaat — bestaat zij er wèl, dan is veronachtzaming harer voorschriften de eenige wettige grond van weigering — niet opgelost. Hare uiteenzetting is een der meest belangwekkende gedeelten dezer brochure waarop wij, nu de woningwet binnen kort in behandeling zal komen bij de Tweede Kamer, gaarne door deze korte aankondiging de aandacht vestigen in ons blad, al moeten wij ons om de bovenvermelde redenen van eene breedvoeriger „bespreking" onthouden.

„De oorlog en het scheidsgerich t".

Zoo luidt de titel van een van de laatste der door de Maatschappij tot Nut van het Algemeen bij den uitgever yan Looï te Amsterdam voor zeer geringen prijs verkrijgbaar gestelde „volksgeschriften". De schrijver Mr. J. M. van Stipriaan Luïscius, advocaat te 's Gravenliage, kweet zich van zijne taak op zeer verdienstelijke wijze. In voor een ieder bevattelijken vorm schetst hij in de tweede helft van zijne brochure de samenstelling en den werkkring van het permanente hof van arbitrage, te 's Gravenhage gevestigd krachtens het aldaar op den 29en Juli 1899 gesloten, bij de Nederlandsche wet van den 9en April 1900 (Stbl. no. 54) goedgekeurde tractaat. In de eerste helft van zijn geschrift stelt de heer van Stipriaan het dool en de kansen van betrekkeiijfc welslagen van het hof van arbitrage op heldere wijze in het licht tegenover de pessimisten, die er „niets" en de optimisten, die er „alles" van verwachten. Hij schaart zich in een middengroep, namelijk onder hen die meenen, dat men er niet te veel en niet te weinig van moet verwachten. Meer bepaald nog spreekt zijne persoonlijke meening uit deze woorden : „ik verwacht er nu niets, later steeds meer, ten slotte alles van". Of deze meening in elk opzicht juist is, laten wij in het midden, maar wij aarzelen niet te zeggen, dat zij door den schrijver keurig wordt verdedigd. Wij kunnen iedereen aanraden met dit goed geschreven boekje kennis te maken.

advertentien.

Vicnt de paraitre :

La Convention de La Haye

du 14 Novembre 1896 relative a la Procédure Civile

PAR

T. EÜ. C. Asser,

Membre du Conseil d'Etat des Pays-Bas,

Président des Conférences de La Haye et de la Commission Royale des Pays-Bas pour Ie Droit International Privé.

Le 25 Mai 1899 la Convention de La Haye du 14Nov. 1896 établissant des régies communes concernant plusieurs matières de droit international privé — premier fruit des conférences de La Haye de 1893 et de 1894 — est entrée en vigueur en Allemagne, en Autriche-Hongrie, en Belgique, en Danemark, en Espagne, en Italië, dans le Luxembourg, dans les PaysBas, en Portugal, en Roumanie, en Russie, en Suède, en Norvège, en Suisse, — e'est a dire dans presque toute 1'Europe continentale.

Le travail que nous ofï'rons au public contient tout ce qui a rapport a la préparation de la convention.

C'est donc le commentaire le plus sur et le plus complet de ce document diplomatique qui dans les quinze États déja nommés forme la base de plusieurs parties de la procédure civile.

Prix f 2.40.

Harlem Les Héritiers F. BOHN

La Haye. BELINFANTE frères.

Bij GEBR. BELINFANTE te 's Gravenhage, is verkrijgbaar :

NYS, Recherches sur l'histoire de 1'Economie politique.

Een rechterlijk ambtenaar

de practijk weder wenschende op te vatten zou gaarne tegen bescheiden salaris medewerker worden van een advocaat of procureur.

Aanb. onder motto «medewerker» aan het Internat. Annonce-Bureau Keizersgr, 576 Amsterdam.

Bureau voor Boekhouding

en

Administratieve Controle

onder leiding van K. M. DE JONG, Accountant Lid le klasse van het Nederl. Instituut van Accountants en Leeraar M. O. in Boekhouden, te 's Gravenhage, Prinsegracht 46, Interc. Telephoon 139.

Léon's Rechtspraak.

Bij GEBR. BELINFANTE, te 's Gravenhage, ziet het licht :

Mr. J. A. LEVY

ELFDE SUPPLEMENT

op den tweeden vermeerderden druk van Deel II Afl. 4 (Koophandel).

P r ij s f 2.—.

In dit supplement is opgenomen de jongste Rechtspraak betreffende het Wetboek van Koophandel, de Wet tot invoering der Faillissementswet en de Faillissementswet.

De Rechtspraak op het Wetboek van Koophandel met elf supplementen is thans compleet verkrijgbaar a f23.50.

Elk gedeelte van deze Verzameling blijft afzonderlijk verkrijgbaar tegen de volgende prijzen :

Tweede Druk.

I (Mr. E. L. van Emden, Staatsrecht) f 3.75

le—15e vervolg op idem 66.—

II le afl. (Mr. E. L. v. Emdra, Recht. Org.) 4.—

II 2e en 3e afl. (Mr. C. Asser, Burg. Wetb.) 25.—

le—6e suppl. op idem, door Mr. J. Rombach ... 19.60

II 4e afl. (Mr. J. A. Levy, Koophandel) 10.25

le—11e supplement op idem 13.25

II 5e afl. (Mr. W. van Rossem Bz., Burg. Rechtsv.) 22.50

le en 2e supplement op idem 4.25

II 6e afl. (Mr. A. Teixeira de Mattos, Strafvorder.) 20.—

le—5e supplement op idem 3.50

II 7e afl. le uitg. (Mr. E. L. v. Emden, Code Pénal) 7.50

II 7e afl. 2e uitgave (Mr. J. van Piaag, Strafrecht) ... 1.—

II 8e afl. (Mr. J. v. Praag, Herzien Wetb. v. Strafv.) 1.50

III le afl. (H. G. W. Briedé, Grondbelasting) 2.—

III 2e afl. (id. Personeele belasting) 4.50

III 3e afl. (id. Recht Patent) > 6.25

Derde Druk.

I le afl. (Mr. J. A. Levy, De Grondwet) f 3.25

I 2e afl. (Mr. H. Vos, De Gemeentewet) 10.—

I 3e afl. (Mr. N. Cramer, De Fabriekswet) 1.

I 4e afl. (id., De Begraafwet en Ziektenwet) 1.25

I 5e afl. (id., De Armwet) 1.50

I 6e afl. (Mr. J. Limburg, De Drankwet) J.

I 7e afl. (id., De Onteigeningswet) 2.

I 8e afl. (Mr. N. Cramer, De Jagtwet) 1.50

I 9e afl. (id., De Veeziektenwot) 0.75

I 10e afl. (id., De Onderwijswetten) 3.—

II 7e afl. (Mr. J. W. Belinfante, Strafrecht) 4.60

III 4e afl. (N. Koomans, Recht Zegel) 1,75

III 5e afl. (Mr. Micheels, Wet Notarisambt enz.) 3.

III 6e afl. (van Walsem, Wet Vermogensbelasting) 6.25

REVUE DES DEUX MONDES.

On souscrit chez MM. BELINFANTE FRÈRES, Libraires-Editeurs, Seuls agents pour les Pays-Bas, Wagenstraat 100—102, La Haye.

Livraison du ler Février 1901.

SOMMAIRE. — Soeur Jeanne de la Croix, lre partie, par Mme Matilde Serao. — Le prologue du dix-huit Fructidos. II. Le Général R, Hegru a 1'armée du Rhin, par M. Ernest Daudet. — La religion de Nietzsche, par M. A. Fouiliuée.

— Yoyage au Japon. V. L'imagination, par M. A. Bellessort.

— Le mécanisme de la vie moderne. La publicité, par M. le Vicomte G. d'Avenet. — La pléiade fran^aise, 3e partiet Joachim du Bellay, par M. F. BrünetiÉre. — Au seul d'un siècle. Cosmopolitisme et nationalisme, par M. le Yicomte E. M. de Vogüé. Revue scientifique L'éclairage a incaudescence par le gaz, par M. A. Dastre. — Chronique de la quinzaine, histoire politique, par M. F. Charmes. — Le Duc de Broglie — Bulletin bibliographique.

La Revue des Deux Mondes parait le ler et le 15 de chaque mois, gr. in-8vo. — Prix d'un an f 28.50.

Ghaque numéro se vend séparément a raison def 1.50.

Gedrukt by F. J. BELINFANTE, voorh.: A. D. SCHINKEL.