dat zij na voorafgaand advies van 5 Maart 1890 op 1 April d. a. v. ap den gedaagde heeft getrokken een wissel tot genoemd bedrag betaalbaar op vertoon aan de order van de keeren J. v. Dam en Zoon; dat gedaagde op 14 April 1890 ten verzoeke van den toenmaligen houder, de firma J. van Dam en Zoon, kassier te Groningen bij deurwaardersexploit is gesommeerd tot betaling van dien wisselbrief, doch bij weigering van gedaagde, blijkens dat exploit, is geprotesteerd van non-betaling en eischeres is verplicht geweest aan den houder de waarde van den wissel ad f 174.55 te vergoeden, benevens de kosten der akte van protest ad ±'6.32^; dat gedaagde op 30 Juni 1890 heeft erkend het bedrag van den wissel aan eischeres schuldig te zijn, doch met uitzondering van f 5 betaling achterwege heeft gelaten; dat dezei Rechtbank bevoegd is van de vordering kennis te nemen, vermits de betaling oorspronkelijk had moeten geschieden te Utrecht;

O. dat eischeres op grond dier feiten van gedaagde vordert voor hoofdsom renten en protest-kosten na aftrek van f 5 de som van f280.02^ met renten en kosten;

O. dat gedaagde tegen die vordering heeft opgeworpen de exceptie van onbevoegdheid dezer Rechtbank, op grond dat de eischeres ageert uit den door haar getrokken wissel, en de betaling van den wissel had moeten geschieden niet te Utrecht maar te Groningen, de woonplaats van gedaagde; dat gedaagde wat betreft de zaak ten principa-le, heeft doen zeggen, dat de eischeres het recht mist om tegen gedaagde te ageeren uit den wissel, daar gedaagde den wissel niet heeft geaccepteerd noch op andere wijze daartoe is toegetreden; zijne handteekening daarop dan ook niet- voorkomt en zij eenvoudig is betrokkene zonder meer, tegen wien de wet den trekker geene wisselactie geeft; dat de gedaagde altijd bereid is geweest en aan eischeres heeft aangeboden te betalen den restant-koopprijs wegens verkochte en geleverde goederen bedragende f 169.55 en hij die som nu nog weder in contante penningen aanbiedt; dat gedaagde alleen heeft erkend het in den wissel opgegeven bedrag schuldig te zijn;

O. dat de eischeres bij repliek heeft erkend geen wisselactie tegen gedaagde te hebben, maar ontkend een zoodanige actie te hebben ingesteld; doch eenvoudig gevorderd betaling van den koopprijs van verkochte en geleverde goederen met renten en kosten; dat dus deze Rechtbank is bevoegd en daarin geen verandering is gebracht, doordien eischeres, volgens handelsgebruik, ten einde betaling te verkrijgen eener handelsschuld, een wissel op gedaagde heeft getrokken, doch daar die niet werd betaald het tijdelijk forum Groningen is vervallen; dat de vordering van 6 pCt. der koopsom en van de protestkosten op de wet is gegrond;

O. dat gedaagde beweert, dat daaruit juist volgt, dat eischer heeft geageerd uit den wissel (art. 195 K.); en niet uit art. 1286 B. W. ; dat eischeres derhalve bij zijne exceptie blijft volharden ; dat echter indien geen wisselactie was ingesteld door gedaagde geen protestkosten noch renten sedert den dag van het protest zouden zijn verschuldigd en hij derhalve niets meer schuldig is dan het vóór de dagvaarding door hem aangeboden bedrag en hij nog steeds bereid is dat te voldoen, en voor liet geval de rechter van oordeel mocht zijn, dat hier eenvoudig eene vordering tot betaling van den koopprijs is ingesteld, hij mag lijden tot betaling van het voor de dagvaarding aangeboden bedrag te worden veroordeeld, doch protesteert tegen eene veroordeeling tot betaling van rente en kosten;

In jure:

O. dat de gegrondheid der opgeworpene exceptie moet worden beoordeeld naar hetgeen bij dagvaarding door eischeres is gesteld en gevorderd;

O. dat uit het door eischeres bij dagvaarding gestelde: „dat hij na voorafgaand advies op gedaagde heeft getrokken een wissel, die bij weigering door gedaagde van betaling, van nonrbetaling is geprotesteerd", en uit het door eischeres op grond daarvan gevorderde behalve voor hoofdsom (het bedrag van den wissel) rente sedert den dag van het protest en protestkosten, alles tegen kwijting en afgifte van den wisselbrief volgt, dat door eischeres is ingesteld een wisselactie;

O. dat de betaling van een wisselbrief moet gevraagd worden ter woonplaatse van den betrokkene; dat de betrokkene woont te Groningen en dus deze Rechtbank is onbevoegd van deze vordering kennis te nemen, en dus ook om te beslissen of de eischeres, bij gebreke van acceptatie van den wissel, bevoegd was eene wisselactie in te stellen;

Gezien art. 180 Koophandel en 56 B. R. ;

Verklaart zich onbevoegd van deze vordering kennis te nemen;

Veroordeelt eischeres in de kosten van het geding.

HOOGE RAAD. — BULLETIN.

(Burgert.. Kamer).

Zitting van Donderdag, 24 October.

Voorzitter, Mr. F. B. Coninck Lieïsting.

I. Conclusie door het Openb. Min. genomen in zake:

(cassatie). De Burgemeester van 's Gravenhage, eischer, advocaat Mr. W. Thorbecke, tegen Mr. P. H. van Marle c. s. qq., verweerders, advocaat Mr. D. van Houten. De Proc.-Gen. Polis concludeert- tot verwerping. Uitspraak 6 December.

II. Gepleit in zake :

(cassatie). J. Kirkels, eischer, advocaat Mr. J. Wolterbeek Muller tegen J. Joosten, verweerder, niet verschenen. Conclusie door het Openb. Min. bepaald op 7 November.

Zitting van Vrijdag, 25 October.

I. Beëedigd als advocaat en procureur Mr. M. E. del Castilho Salomons.

II. Uitspraak gedaan in zake:

(eassatie). P. J. H. Drijkoningen tegen een vonnis der Rechtbank te Roermond. Verworpen.

III. Conclusie door het Openb. Mint. genomen in zake:

(cassatie), de Minister van Financiën, eischer, advocaat Mr.

W. Xliorbecke, tegen L. H. van Lieshout, verweerder, advocaat Mr. H. J. M. de Vries. Adv.-Gen. Jhr. Rethaan Macaré concludeert tot verwerping. Uitspraak 6 December.

IV. Conclusie door partijen genomen in zake:

(cassatie). H. J. Fransen, eischer, advocaat Jhr. Mr. E. N.

de Brauw, tegen Groen qq., verweerder, advocaat Mr. H. de Ranitz. Pleidooi bepaald op 31 Januari.

V. Gepleit in zake:

(cassatie). B. A. Albers, eischer, advocaat Mr. B. M. Vlie-

lander Hein, tegen F. C. Colenbrander, verweerder, advocaat Jhr. Mr. E. N. de Brauw. Conclusie door het Openb. Min. bepaald op 8 November.

(Strafkamer).

Maandag, 28 October.

Uitspraak. 1°. H. G. tegen een vonnis van den kantonrechter te Groningen.

2°. J. K. tegen een vonnis der Rechtbank te Amhem. 3°. J. D. wed. W. K. tegen een vonnis van den kantonrechter te Eindhoven.

4°. G. J. V. tegen een arrest van het Hof te 's Gravenhage. 5°. A. H. tegen een arrest van het Hof te 's Gravenhage. 6°. A. d. B. tegen een vonnis der Rechtbank te Middelburg. 7°. K. d. K. tegen een vonnis der Rechtbank te Middelburg. 8°. J. H. tegen een vonnis der Rechtbank te Maastricht. 9°. R. K. tegen een arrest van het Hof te Arnhem. 10°. P. J. H. Z. tegen een vonnis van den kantonrechter te Venlo.

11°. J. v. S. tegen een arrest van het Hof te 's Gravenhage. 12°. L. J. H. tegen een arrest van het Hof te- 's Gravenhage. 13°. J. G. Ph. W. c. s. tegen een arrest van het Hof te 's Gravenhage.

14°. H. W. J. tegen een vonnis der Rechtbank te Tiel. Concl. O. M. W. B. v. H. tegen een arrest van het Hof te Amsterdam.

(Burgeri,. Kamer).

Donderdag, 31 October.

Concl. O. M. H. P. F. van Roosendaal, eischer, advocaat Mr. 8. K. D. M. van Lier, tegen H. E. van Swinden Koomans c. s. verweerders, advocaat Mr. J. J. Barnet Lyon.

Pleidooi. B. den Exter van den Brink, eischer, advocaat Mr. S. K. D. M. van Lier, tegen R. Bokma c. s., verweerders, advocaat Mr. H. de Ranitz en tegen B. den Exter van den Brink, mede-verweerder, advocaat Mr. S. K. D. M. van Lier.

Vrijdag, 1 November.

Uitspraak. A. Keizer, eischer, advocaat Mr. M. Zijnen de Gier, tegen M. van Zanten, verweerder, advocaat Mr. P. Droogleever Fortuijn.

id. D. N. M. Zambaux, eischer, advocaat Mr. W. A. Telde-rs, tegen firma Zeisier en Ausch, verweerderes, advocaat Mr. J. Addink.

id. P. J. de Visser, eischer, advocaat Mr. J. J. Belinfante, tegen C. Verbeek, verweerder, advocaat Mr. D. van der Goot.

id. Ned. Zeemaatsch. Grunwald Haantjes en Co., eischeres, advocaat Mr. J. P. de Maak, tegen Naaml. Venn. Kon. Grofsmederij, verweerderes, advocaat Mr. O. W. Sipkes.

Concl. O. M. J. B. Harmeyer, eischer, advocaat Mr. J. Limburg, tegen The British Deli and Langka-t Tobacco Lt-., verweerderes, advocaat Mr. W. Thorbecke.

Pleidooi. J. F. Elbert-, eischer, advocaat Mr. B. M. Vilelander Hein, tegen de firma Muller en Co., verweerderes, advocaat- Jhr. Mr. W. Th. C. van. Doorn.

ADVERTENTIEN.

Aan het Kantoor van Mrs. A. Slotemaker en R- T. de Wijs, advocaten en procureurs gevestigd te 's Gravenhage Hutjo de Grootstraat n». 18,

wordt met ingang van 1 November a. s. een SPECIALE AFDEELING

VOOR

Staats- en Administratief-Rechterlijke Zaken

verbonden, waarvoor als adviseur zal optreden Mr. Dr. H. J. Romeijn,

Commies-grif fier van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

Bij GEBR BELINFANTE, te 's Gravenhage,

ziet het licht :

THEIIS

Verzameling van Bijdragen lot de kennis van het Publiek- en Privaatrecht

onder redactie van

Mr. A. HEEMSKERK, Mr. M. DE PINTO, Mr. L. DE HARTOG, Mr. A. R. ARNTZENIUS, Mr. H. ZILLESEN, Mr. D. SIMONS en Mr. S. J. M. VAN GEUNS.

TWEE EN ZESTIGSTE DEEL.

1901. - N°. 4.

INHOUD.

Hypotheekrecht volgens het ontwerp 1899, door Mr. P. J. du Pui, advocaat en procureur, te Utrecht,

Geschiedenis der Nederlandsche belastingen sedert 1899, door Mr. F. X. Sickenga, te Dordrecht (vervolg van 1899 blz. 185).

Alphabetiscli Register op Deel LVIII—LXII (1897—1901). De prijs van «Themis» 1901 is f 13.

Te koop voor den meestbiedende:

Staatsblad 1813 tot en met den loopenden jaargang. Economist 1852 tot en met 1896.

Opzoomer Alg. Bepalingen 3de uitg.

Burg. We tb., Dl. I tot en met Dl. XII 4de

aflevering.

Pols Tijdschrift voor Strafrecht, Dl. I toten met

Dl. IX gebonden.

Piecht en Wet Tijdschrift voor het Notarisambt 1853

tot en met 1880.

de Gelder Rechtgeleerde adviezen 1857 tot en met 1865.

Aanbiedingen onder No. 900 vóór 1° December aan het bureau van dit blad.

Tijdelijke Prijsvermindering.

De Nederlandsche Rechtsliteratuur

door Mr. L. J. van Oppen en Mr. J. C. von Buiel Sasse, 5 deelen, gebonden in een half lederen band, wordt tijdelijk verkrijgbaar gesteld, zoolang de voorraad dit toelaat, voor f 17.50, in plaats van f' 40.

In dit Standaardwerk, van verschillende zijden zeer gunstig beoordeeld, in bijna 2200 bladzijden besloten, vindt men eene rijke verzameling opgaven alfabetisch gerangschikt, betreffende al wat sinds tal van jaren op rechtsgeleerd gebied is geschreven.

Tegen dezen verminderden prijs kan deze voortreffelijke uitgave thans een plaats innemen naast de andere werken van Mr. van Oppen in de bibliotheken van allen, die tegen den oorspronkelijken prijs bij de uitgave bezwaar hadden.

's Gravenhage, GEBR. BELINFANTE.

October 1901.

Bj GEBR. BELINFANTE te 's Gravenhage,

ziet het licht:

Recueil

des

TEAITÉS ET CONVENTIOÏTS

conclus par

le Royaume des Pays-Bas

avec

les puissances étrangères, depuis 1813 jusqu'a nos jours.

par

E. G. LAGENIANS

TOME QUATORZIÈME 2e Livraison.

Hiermede is het I4e deel compleet.

APERQU GÉNÉRAL

2e édition, augmentée et mise a jour

par

J. B. Breukelman,

Docteur en droit et en sciences politiques, auditeur au Conseil d'Etat.

In dezen herdruk van het «Apercu Général» heeft Mr. Breukelman de inleiding van Mr. Lagemans in overeenstemming met den tegenwoordigen toestand onzer betrekkingen met het buitenland gebracht.

Het geheele werk (14 dn en Apercu Général) (1858 —1901) is tot 31 Dec. 1901 verkrijgbaar a f 63.60 in plaats van f 108.95.

Bij GEBR. BELINFANTE te 's Gravenhage,

ziet het licht:

Militiewet 1901.

Tekst (Kon. Besl. 17 Sept. 1901 Stbl. n°. 212) voorzien van aanteekeningen en van een alph. Reg., met bijvoeging van een overzicht van de wetsbepalingen betreffende de aangifte ter inschrijving en de inschrijving voor de militie,

door

L. F. G. P. SGHREUDER,

Referendaris bij het Departement van Binnenlandsche Zaken-

Prijs f 1.50.

Vroeger verschenen :

De Militiewet 1901 (tekstuitgave) f0.60

Wet tot instelling en regeling van eene Landweer,

geleidelijke opheffing van de Schutterijen -0.10

I Gedrukt by F. J. BELINFANTE. voorh. : A. D. SCHINKEL'