betoonde bereidwilligheid om, waar hij gerechtigd was het volle door gedaagde aan iiem verschuldigde bedrag ineens op te eischen, zien tevreden te stellen met zich meerdere naaien een klein bedrag in mindering te laten betalen, toch zeker wel niet liet bewijs oplevert van het door gedaagde beweerde bovenvermeld beding, hetwelk eischer ontkent;

A. het zeer begrijpelijk .mag. genoemd worden, dat gedaagde het onhoudbare van zijne verdediging voelende, en zijn schuldplichtigheid niet ontkennende, van zijne bekentenis in dezen tracht te maken een onsplitsbaar aveu;

A. die bekentenis echter geenszins onsplitsbaar is, waarover hier niet zal worden uitgeweid;

A. eischer toch, gedaagdes beweren geheel ter zijde latende, bij dezen aanbiedt om recntstreeks de juistheid zijner vordering te bewijzen door alle middelen rechtens, alsmede door getuigen, en wel speciaal door zijne koopmansboeken;

.4. waar gedaagde de juistheid' van het bedrag van eischer® vordering niet ontkennende, hetwelk dus in contesso is, voorgeeft, dac er bij de overeenkomst een beding gemaakt is, waarbij gedaagde maandelijks f 50 zou afbetalen op liet door hem verschuldigde, gedaagde dan ook het bestaan van dat beding zal hebben te Dewijzen nu bet door eischer uitdrukkelijk wordt ontkend;

Zoo wordt mitsdien gepersisteerd voor repliek;

Q. dat gedaagde daarop met weder van dupliek heeft ge d'iend; hebbende zijn prakuzijn ter terechtzitting verklaard met langer voor dezen te willen occupeeren;

(J. dat ten slotte alleen voor den eischer de zaak mondeling is toegelicht;

Wat het recht betreft:

Q. dat des eischers vordering strekt tot veroordeeling van den gedaagde tot betaling van het per saldo door dezen verschuldigde wegens aan hem verkochte en geleverde koopmansgoederen volgens daarvan overgelegd extract uit zijn schuldboek ;

O. dat de gedaagde, niet ontkennende de bedoelde goederen te hebben geKocht, noch bedenking inbrengende tegen den daarvoor berekenden prijs, of het tijdstip der verschillende leveringen en evenmin tegen de d'oor eischer in mindering gebrachte afbetalingen, echter daartegen een middel van niet ontvankelijkheid heeft aangevoerd, bestaande in de onsplitsbare bekentenis dat partijen waren overeengekomen, dat de vordering zou worden afbetaald bij, maandel\jksche termijnen van f 50 en liiji, gedaagde, daaraan steeds had voldaan;

Oi dat nu behoort te worden onderzocht of de door gedaagde afgelegde verklaring werkelijk voldoet aan de vereischten eener onsplitsbare bekentenis, daar het niet genoeg is, dat de gedaagde baar als zoodanig beschouwt en dien naam geelt;

Q. te dien aanzien, dat de term onsplitsbaarheid der bekentenis op zichzelven reeds aanduidt, dat zoodanige bekentenis uit twee deelen bestaat, die van elkander zouden kunnen worden gescheiden, maar dit niet mogen worden gedaan, omdat zij: bij eikander behooren en door de afscheiding een geheel andere verklaring zou worden verkregen dan hij, die de onsplitsbare bekentenis aflegde, bedoelde, en wel te zijnen nadeele;

Q. dat de onsplitsbaarheid dan bestaat, indien het eene deel der bekentenis eene erkentenis inhoudt van de posita van den eisch, maar het tweede deel eene nadere bepaling of beperking van die erkentenis, waardoor hetgeen erkend wordt niet meer overeenkomt met hetgeen geste'd is, de gestelde overeenkomst of handeling en de erkende elkander niet meer dekken, zoodat er slechts overblijft eene onvolledige bekentenis, die meestentijds gelyk zal zijn aan eene ontkentenis, althans van het vorderingsrecht des eischers:

dat in zoodanig geval terecht de onsplitsbaarheid der bekentenis moet worden aangenomen, hetgeen ook zonder uitdrukkelijke wetsbepaling uit de algemeene beginselen van gj bewijsteer zou moeten worden afgeleid, daar de splitsing tot groote onbillijkheid en tot nadeel van dengene, die de bekentenis heeft afgelegd, zou voeren;

Q. dat in casu echter van zoodanige onsplitsbare bekentenis geen sprake is; dat de gedaagde toch de gestelde overeenkomst van koop en verkoop van goederen volledig heeft erkend, zoowel wat de wilsovereenkomst van partijen daaromtrent betreft, als wat aangaat de zaak en den prijs; dat die erkentenis in haar geheel blijft en geene onvolledige bekentenis of ontkentenis wordt door de bijvoeging dat partyen zouden zijn overeengekomen, dat de betaling in maandelijksche termijnen van f 50 zou geschieden; dat die bijvoeging toch niet een der essentialia der gestelde koopovereenkomst raakt en evenmin eene voorwaarde bevat, waarvan het tot stand komen der overeenkomst afhankelijk was gemaakt;

dat die bijvoeging niets anders is dan eene exceptie tot tegenspraak van het vorderingsrecht van eischer, waarvan de gedaagde, die zich daarvan bedient, volgens het hoofdbeginsel van onze bewijsteer neergelegd in art. 1886 B. W. (1902 N. B. W.), het bewijs moet leveren;

Q. echter, dat gedaagde noch dat bewijs geleverd, noch aangeboden heeft, zoodat de vordering des eischers bij de volledige bekentenis van gedaagde voor toewijzing vatbaar is, met uitzondering van den gevraagden lijfsdwang, als zijnde niet op de wet gegrond, daar bij de tegenspraak des gedaagden dienaangaande de eischer niet bewezen heeft, dat het hier betreft eene handelsschuld en van de gevraagde uitvoerbaarverklaring bij voorraad, niettegenstaande hooger beroep tegen borgtocht, daar den Hove hiervoor geen termen aanwezig schijnen ;

Gezien art. 58 B. B. (56 N. B. B.);

Becht doende:

Verklaart den eischer ontvankelijk in zijne vordering;

Wijst hem. die toe ;

Veroordeelt den gedaagde om aan den eischer tegen behoorlijke kwijting te betalen de som van f 1999.22 met de interesten daarover ad 8 pCt. 'sjaars sedert 5 Juli 1900, dag der dagvaarding tot de voldoening en in de kosten van het geding, begroot aan zijde des eischers tot deze uitspraak op f231.10;

Ontzegt, den eischer het meergevorderde.

HOOGE RAAD. — BULLETIN

(Burgert.. Kamer).

Voorzitter, Mr. F. B. Coninck Liefsting.

Zitting van Donderdag, 26 Maart.

I. Conclusie door het Openb. Min. genomen in zake: (cassatie). G. van Bree, eischer, advocaat Mr. A. Slotemaker, tegen Mr. J. Wolterbeek Muller qq., verweerder, advocaat Mr. J. Wolterbeer Muller. De Proc.-Gen. Polis concludeert tot verwerping. Uitspraak 8 Mei.

II. Gepleit in zake :

(cassatie). Th. H. B. Snijders qq., eischer, advocaat Mr. B. M. Vlielander Hein, tegen J. van den Heuvel qq., verweerder, advocaat Mr. H. J. M. de Vries. (Gepleit door Mr. P. H. Loeff, advocaat te 'sHertogenbosch), en tegen A. van der Putten, verweerder, advocaat Mr. S. K. 1). M. van Lier. Conclusie Openb. Min. bepaald op 24 April.

Zitting van Vrijdag, 27 Maart.

I. Uitspraak gedaan in zake:

(cassatie). Mr. C. A. J. Hartzfeld qq., eischer, advocaat Mr. F. L. Kleyn, tegen H. Reimius, verweerderes, advocaat Mr. H. J. M. de Vries en tegen de 1ste Ned. Verz. Mij., mede-verweerderes, advocaat Mr. J. D. Veegens. Het arrest van het Hof te 'sGravenhage vernietigd, en de zaak teruggewezen.

II. Conclusie door het Openb. Min. genomen in zake: (cassatie). Mr. W. Heineken, eischer, advocaat Mr. B. M. Vlielander Hein, tegen F. W- Bolte qq. c. s., verweerders, advocaat Mr. J. Limburg. Adv.-Gen. Jhr. Rethaan Macaré concludeert tot verwerping. Uitspraak 8 Mei.

III. Conclusie door pahtijen genomen in zake: (koloniaal). C. Voute, appellant, procureur Mr. B. M. Vlielander Hein, tegen de Registratie van Ned.-Indië, geintimeerde, procureur Mr. W. Thorbecke.

IV. Nieuwe zaken :

1°. (cassatie). E. Dalenoord, eischer, advocaat Mr. H. de Ranitz, tegen È. Bergsma qq., verweerder, advocaat Mr. J. Limburg.

2,°. (id.). C. Prins, eischer, advocaat Mr. J. A. Philipse, tegen A. T. E. Vroom, verweerder, advocaat Mr. J. H. T elders.

3°. (id).). Mr. J. M. Jolles qq., eischer, advocaat Mr. J. H. Telders, tegen B. S. Vischscliraper, verweerder, advocaat Mr. S. K. D. M. van Lier.

(Strafkamer).

Maandag, 30 Maart.

Uitspraak : 1°. De Officier van Justitie te Amsterdam, tegen een vonnis in zake : G. M.

2°. A. v. K, tegen een vonnis der Rechtbank te Rotterdam. 3°. G. R., tegen een arresti van het Hof te Amsterdam. 4°. A. N., tegen een arrest van het Hof te Amsterdam. 5°. P. W., tegen een arrest van het. Hof te Amsterdam. 6°. W. S., tegen een arrest van het Hof te Arnhem. 7°. G. J. G., tegen een arrest van het Hof te 's Gravenhage. 8°. H. F. c. s., tegen een arrest van het Hof te Leeuwarden. Conol. O. M. : M. H. V., tegen een arrest van het Hof te 's Hertogenbosch.

(Burgerl. Kamer).

Vrijdag, 3 April.

Uitspraak: A. Bruist qq., eischer, advocaat Jhr. Mr. E. N. de Brauw, tegen Mr. P. G. van Anrooy, verweerder, advocaat Mr. J. Limburg.

Id. : G. J- Verbeeten c. s., eischers, advocaat Mr. E. del Castilho Salomons, tegen H. M. Verbeeten c. s., verweerder, advocaat Mr. J. van Praag.

Concl. 0. M. : De diamanthandelsvereeniging, eischeres, advocaat Mr. H. de Ranitz, tegen de firma Gebrs. Jacobs, verweerderes, advocaat Mr. M. de Pinto.

Id. : J. J. A. Bongartz, eischer, advocaat Mr. Dermout, tegen P. van der Eist, verweerder, advocaat Mr. P. F. L. Verschoor.

BENOEMINGEN, VERKIEZINGEN ENZ.

Zijn benoemd :

tot rechter in de Arrond. -Rechtbank te Amsterdam Mr. W.

F. Bijleveld, rechter-plaatsvervanger in gemeld college, advocaat en procureur te Amsterdam;

tot ambtenaar van het Openb. Min. bij de Kantongerechten in het arrondissement 's Hertogenbosch, voor de kantons Vechel, Boksmeer en Eindhoven, ter standplaats Eindhoven, Mr. K. C. J. M. Sassen, advocaat en procureur te 's Hertogenbosch; tot griffier bij het Kantongerecht te Weert Mr. A. G. A.

ridder van Rappard, thans kanton rechter-plaatsvervanger in het kanton Wageningen, advocaat en procureur te Oosterbeek;

tot substituut-griffier bij de Arrond'.-Rechtbank te Heerenveen Mr. A. D. Wassenaar, adVocaat en procureur te Leeuwarden, tevens beëedigd klerk ter griffie van de Arrond.-Rechtbank al-

tot ambtenaar van het Openb. Min. 1'ij de Kantongerechten in het arrondissement Arnhem', ter standplaats^ Arnhem, Mr.

G. Murman, thans ambtenaar van het Openb. Min. bij de Kantongerechten in het arrondissement Rotterdam, voor de kantons Schiedam, Brielle en Sommelsdijk, ter standplaats Schiedam;

tot griffier bij het Kantongerecht te Heerlen Mr. D. Frees, advocaat en procureur te Amsterdam, tevens werkzaam al's beeedigd klerk ter griffie der Arrond.-Bechtbank en waarnemend griffier bij het 4de Kantongerecht aldaar.

— Bij Kon. Besluit dd. 23 Maart. 1903, n°. 38, is aan Mr. A. Burger, op zijn daartoe gedaan verzoek, eervol ontslag verleend als1 kantonrechter-plaatsvervanger in het kanton Leeuwarden, onder dankbetuiging voor de als zoodanig bewezen diensten.

— Bij Kon. Besluit dd. 24 Maart 1903, n°. 31, is aan P. A. de Jong, op zijn daartoe gedaan verzoek, eervol ontslag verleend als kantonrechter-plaatsvervanger in het kanton Oostburg, onder dankbetuiging voor de als zoodanig bewezen diensten.

Door de Arrond.-Rechtbank te 's Hertogenbosch is, ter vervulling eener vacature van rechter in dat college opgemaakt de navolgende alphabetdsche lijst van aanbeveling: Mr. J. G. Gratama, Wz., subst.-griffier bij de Arrond.-Rechtbank te Assen; Mr. W. C. J. A. Peperkamp, kantonrechter te Heusden; Mr. K. M. Phaff, rechter in de Arrond.-Rechtbank te Dordrecht.

ADVERTENTIEN.

Een onbemiddeld Advocaat en Procureur, doorkneed in de Rechtspractijk (5 j. op een druk kantoor werkzaam geweest) en Boekhouden, wenscht tegen matig salaris op een Procureurskantoor alle kantoorwerkzaamheden te verrichten, bij voorkeur te Amsterdam. Uitstekende referentiën staan ten dienste.

Br. fr. Bareel van dit blad onder no. Wik

Bij L. J. VEERMAN te Heusden, is verschenen:

Eepertorium v. d. ÏTederl Jurisprudentie en Rechtsliteratuur 1902 .... f3.-

Register op de jaren 1898 —1902 .... - 1.50 Een stempelband voor de 5e Serie .... - 0.50 en is ter perse :

De Nederlandsche Pasicrisie

BEWERKT DOOR

Mrs. SAVELBERÖ en VAN OPPEN. 6e VERVOLG.

Hij de Uitgevers dezes zijn o. a. verschenen:

Molengraaff (Mr. W. L. P. A.), De Faillissements-

web verklaard, geb f 12.

M oltzer (Mr. J. P.) Aanspraken van het onechte kind

op grond zijner afstamming . 0.50

Mulder (Mr. H. J. A.) Verzameling van Staatswetten nos. 1—15. (Nederlanderschap. Vealigheiidfewet. Invoerrechten. Kamers van Arbeid. Staat, oorlog en beleg.

Indische Mijnwet. Uitvoerimg van werken. Revisiewet. Leerplichtwet. Boterwet. Bevorderingswet zeemacht. Pensioenwet zeemacht. Bevorderingswet landmacht.

Pensioenwet landmacht). Baroepswet. Per deeltje ... - 0.50

Musquetier (E. A.), De Woningwet, 2e druk - 1.75

-De Gezondheidswet 2e druk - 1.25

— Handleiding Kiesrecht - 3.60

Onechte kinderen. (Rechtstoestand van) Ontwerp

Vaderschap - 0.50

II (Verslag der Tweede Kamer en Regeerings-

antwoord, met nader ontwerp) - 0.80

Ongevallenwet (De) - 0.75

Ontwerp Burgerlijk Wetboek, 4e boek, titel 1—6 met

toelichting fl.50. Ie boek f7, 2e boek - 4.80

faillissement (Handelingen over het) geb - 9.50

— Herziening Wetb. van Strafrecht, deel I - 1.80

Opzoomer (Mr. C. W.), Het Burgerlek Wetboek verklaard, Deel I—XIV, afl. 1 en Alg. Bep - 79.10

Oudeman Lipman, Wetb. Burg. Rechtsv., geb. ... - 1.75 Wetb. Koophandel, geb ' - 1.75

— Burgerlijk Wetboek, geb - 1.75

Wetb. Strafrecht en Grondwet, geb - 1.75

Wetb. v. Strafvord. en Recht. Organ. geb. ... - 1.75

— De 5 Wetb. compleet, geb. in 1 bd - 4.90

Ouderlijk Gezag en Voogdy (le Ontwerp) - 0.50

(2e Ontwerp) - 0.75

II. Verslag der Tweede Kamer en Regeerings-

antwoord met nader Ontwerp - 1.—

Pinto (Mr. A. A. de), Het Proces Dreyfus getoetst aan

Wet en Recht, 2 dln . 1.50

Quarles van Ufford (Jhr. Mr. W. C.), De Rechtspraak van de Arrond.-Rechtbank te 's-Gravenhage omtrent de Fabrieks- en Handelsmerken, Deel I

en II (1894—1900) - 3.70

Rochussen (Jhr.), Onderzoek naar het Vaderschap - 2.50 Schermbeek (J. C. van), De wetgeving tot regeling der algemeene voorwaarden op welke, ten aanzien van de uitlevering van vreemdelingen, verdragen met

vreemde Mogendheden kunnen worden gesloten - 0.25

S c hr e u d er (L. F. G. P.), Ue Militiewet van 1901

met aanteekeningen . 1.50

— — ^ oorschriften, betreffende de uitvoering van

de Militiewet, met aanteekeningen - 1.50

Uitlevering van Vreemdelingen - 1.20

Sloot en (G. van) Az., Verplichte openbaarmaking van

Balans _ x.20

Suikerwet (De), benevens de algemeene maatregelen

^an bestuur, 2e druk - 0.50

Theinis 1902 . 13.

Visser (Mr. L. E.) La Convention de Genève et les

Sociétés de la Croix Rouge - 0.90

V oorstel van Wet tot wijziging van het Wetb. v.

B. R. (Handelingen over het), geb - 12.—

Walsem (J. M. van), Da Rechtspraak op de wet op

de Vermogensbelasting - 6.25

Waning (van) Politie Staatszorg . 0.60

VV etboek van Strafrecht voor de Europeanen in

Ned.-Indië . 2.40

Wiercx (Mr. M. P. H.), Schets eener Nederlandsche

Mijnwet . 1.20

W11ewaal 1 (Mr. G.), De Nederl. Rekening Courant... - 1.60

Bij de Uitgevers dezes zijn verkrijgbaar:

Werken van Mr. J. Gr.. EIST.

De bepalingen der Ned. Wet omtrent tweede en verdere

huwelijken, 2e druk f o.90

De Kantonregter en zijne werkzaamheden . . . 1.40

De Algemeene Maatregelen van Inwendig bestuur . . 0.30 Beginselen van Handelsregt, volgens de Nederl. Wet:

Dl. I- [Tandelsregt. Handel. Handelaar (3e druk in bewerking). » II. Handelsverbindtenissen uit schrift f5.75 ing. f6.75geb. * ï'1- y> uit overeenkomst 4.40 » ) qr,

» III. Supplement (Coöp. Vereenigingen) 0.90 » ! » IV. Handelsverbindtenissen uit overeenkomst. Overeenkomst van verzekering 3.60 » 4.60 .» » V. Zeeregt 4.90 » 5.90 »

Gedrukt bij F. J. BELINFANTE voorh: A. D. SCHINKEL.