derland gered, indien thans zijne Zonen, door een zelfde \mat bezield, overal te wapen snellen, en de pogingen van de verbondene Redders vin Europa ondersteunen; Nederland is, in de verëeniging met Frankrijk , in Fr.-nkrijks schande gewikkeld geweest; Nederland, met de Bondgenoot en verëeriigd , zal deeltm in den roem van Europa gered te hebben. Ouders, het Vaderland en Oranje roepen uwe weerbare Zonen op, niet om in buitenlandsche gewesten voor vreemde Overheersrhing op de slagtbank te worden gevoerd , maar om u en uwe weerlooze Kindereu voor moord en plundering te beschermen. Vrouwen, uwe Man»en worden te wapen geroepen T ritt, om voor een vreemd d win— geland te strij-den, die u hier van gebrek liet omkomen, maar om aan u de zekerheid van een gerust bestaan te bezorgen, waarin het Vaderland voorzien zal. De God van Nederland strijdt met ons; wie uwer kan aan de oveiwinning twijfelen?

En gij, die zelve dezen strijd, den edelsten van allen, dien iroineï de geschiedenis ons opleverde, niet strijden kunt, ondersteunt hen , die veor u strijden; zorgt, door uwe ruiuie bijdragen, voor derzelver wapening, voedsel en kleeding , voor alles, wat tot de eersle noodwendigheden des krijgs behoort.

Verwarring en stilstand in de heffing, der belastingen, geplunderde Kassen , ziet daar alles, wat uwe onderdrukkers hebben achtergelaten ; maar uwe vaderlandsliefde zal dien onderdrukkers zeiven bewijzen , dat geen Nederlander opofferingen berekent, als het vaderland en vrijheid geldt.

Ik bezweet u, in den naam des Lands; ik bezweer u, bij uwe doorgestane rampen, vraagt thans niet, wat gij op het altaar des Vaderlands vrijwillig ten offer brengt; maar vraagt alleen, •wat u zoude overschieten, indien immer, hetgeen God verhoede, de terugkeer uwer onderdrukkers het gevolg eener beirompene berekening ware.

Alle volken van Europa, wier grootmoedige opofferingen reeds ëe heerlijkste uitkomsten verworven hebben, slaan het oog op u, in deze oogenblikken : Onze Bondgenooten verwachten de inspanning van alle onze krachten , cn wij zullen hun bewijzen geven , dat wij niet ontaard zijn van het edel voorgeslacht.

Nog eens dan, ik bezwere u, Landgenooten! om niet te dralen met het brengen van uwe olïers r tot ondersteuning van onze Tustelooze pogingen , ter redding des lieven Vaderlands.

Gedwongen® geldleeningen voegen niet bij een volk, dat zijne eigene belangen vrijwillig heeft op zich genomen , en het vermeerderen der Staatsschulden is even zeer een uiterste, dat wij vermijden moeten. Wij willen daarenboven Onze Regering niet aanvangen met financiële maatregelen , welke het publiek krediet zouden kunnen doen wankelen; de goede trouir } waarmede oj&z$