geveild, «lö fijne, zwarte en groene Theën, ingevoerd ten gevolge van de bij Ons besluit van deu 25 Jaimarij i8i4nJ. 72, verleende concessiën om in de voorj aars-verkooping te worden begrepen.

3. In de maand Augustus aanstaande , zal, onder bet oppertoezigt van Onzen Secretaris van Staat voor de Financiën, ten overstaan van den Commissaris tot de Zaken der Koloniën te Amsterdam, eene derde verkooping worden gehouden, in welke begrepen zuilen-zijn, en zullen worden geveild, alle de Theën, waarvan de invoer bij Ons besluit van den 25 Januarij i8i4 is gepermitteerd, en welke niet ten gevolge van het voorgaande artikel in de tweede voorj aars-verkooping zullen begrepen zijn, mitsgaders alle zoodanigen Theën, welke zich, op dit oogenblik , in de pakhuizen van de voormalige Oost-Indische Compagnie te Amsterdam, en te Rotterdam bevinden, om het even of dezelve door de Eigenaren met bijzondere concessiën ofte wel naar aanleiding van Ons voorn, besluit van den 5 Maart, zonder dezelven, zijn ingevoerd geworden,

4. In de maand November van het loopend jaar zal, almede onder oppertoezigt van Onzen Secretaris van Staat voor de Finant ën, ten overstaan van den Commissaris tot de zaken der Koloniën, worden gehouden, eene najaars-verkooping , in welke zullen zi n begrepen en zullen worden geveild alle de Theën, welke na den dag van heden tot deu laatsten September ingevoerd en in de pakhuizen der voormalige Oost-Indische Compagnie te Amsterdam en te Rotterdam opgeslagen zullen worden, om het even of dezelve Theën door de eigenaren met bijzondere concessien, of zonder de zoodanige zullen zijn ingevoerd.

Geene partijen, van welken aard ook, welke niet, voor den 1 October, in "sLands pakhuizen opgeslagen zullen zijn, zullen in de najaars-verkooping worden geadmitteerd,

5. De drie voorschreven verkoopingen zullen geschieden op de gewone conditiën en onder betaling van de bepaalde recognitiën aan den Lande, van de waarde der te verkoopene llieën.

6. A.H® zoodanige Theëu, zonder onderscheid, welke met op den 1 October aanstaande in de pakhuizen der voormalige Oost-Indische Compagnie tn Amsterdam of te Rotterdam zullen zijn opgeslagen, doch na dien dag mogten worden ingevoerd , ztdieu nergens anders inogeu worden opgeslagen, dan in