Ten zesde: de belasting van vijftien stuivers per aam op de uitstaande Olie van Zaad, Jj!i ft voor als nog opgeheven.

Ten zevende : het u tgaande regt op de L 'cibak suladeren van alle soorten (inlandsclie daaronder begrepen} welke bij de lijst van 31 Jolij 1725 zijn belast met vijj guldens, zal almede blijven gemodereerd, in diervoegen, dat de baitenlandsche , zoo wel met opzigt tot den uitvoer over zee, langs de wadden en Zeeuwsciie stroomen, als met opzigt tot den uitvoer te Laude en langs de rivieren; mitsgaders de inlandsebe insgelijks te Lande, en langs de rivieren in het generaal, op twee § ul lens van de waarde van honderd guldens , zal blijven bepaald , buiten en behal\ e de premie of het extraordinaire veilgeld, waarvau de inlaridsche Tabaksbladeren alleen , volgens resolutie der Staten-Generaal, van den 2isten Juni 1691 blijven geëximeerd .gelijk mede alle binnen deze Landen gefabriceerde Rook- en Kaauw-'l abak , Andouüles , Sigaren , als mede gekapte , gemalen , ge sponnen en gekorven Takak , Karotten en Snuif, mitsgaders geplette Tabakstelen , in liet algemeen , uitgaande , van liet extraordinaire veilgeld, a's mede van het een percent u'tgaaude regt, zullen zijn geëximeerd en ontheven.

Zullende van de ongeplette Tabakstelen, u tgaande, van de honderd guldens, worden betaald twee guldens, en de miar.dsclu* alleen worden vrijgesteld van het één per cent pieniie 01 Veilheid

Ten achtste: van alle Aardewerk, zal bij het ii komen , conform de lijst van 3i Mij 1725> worden geheven, van de waarde van honderd gu dens, acht guldens; doch komende van Keulen of daaromtrent, vijf guldens van de honderd guidens , des nomans, dat bij continuatie, geli k zulks sedert den 25<«a November 1771 is geschied, alle roode en gele aarden potten , geheel of gedeeltelik gelood zijnde, en gemeeuhj genoemd Frankfortsche potten, om het even van waar, het z.| dezelve te Lande of langs de rivieren zullen worden ingevoerd , onderscheiden van eenig aardewerk, en dus onder derzever eigen benamingen zullen moeten worden aangegeven , en daar voor aan inkomend regt betaald zes stuivers per worp.

Ten negende: de orders, bi Resolutie derbtatcn-Uencraal van 5o Mei en 23 Junij A° 1774. omtrent de inkomende en uitgaande Tras of Duifsteen gesteld, worden gecont nueenl.

Ten tiende: almede zullen, bij voortduring, de regten op het inkomen van ijzeren Nagels of Spijkers bl.iven verin nderd op drie guldens de ïooo pond; terwi.l dat artikel \au de uitgaande regten geheel bli.ft vrijgesteld e- He bpiikers transito naar Portugal verzonden wordende , zuueu Ui alieu dcüe

A. 3