De navolgende goederen Van voorschreven origine, zi n van de?e belasi ng uitgezonderd, en mogen aizoo vri] van regten , het z\< regtstreeks van hier of uit Engeland over dit land, naaide koloniën worden uitgevoerd, te weten:

Katoenen garens en andere katoene manufacturen.

Linnens.

Geraffineerde suiker.

Kandij suiker.

Stroop.

Muritmaterialen, als mede Granen en meel.

7. Van de goederen uit de Vereenigde Nederlanden herkomstig, zullen bij de aangifte tot uitvoer naar de koloniën voldoende, door de plaatselijke regering gelegaliseerde, en door het Engelsch konsulaat geviseerde certificaten , van derzelver iiilandschen oorsprong, ten kantore der convoijen en licenten moeten worden geproduceerd, en aldaar blijven berusten.

Onder goederen van inlandschen oorsprong, worden , met betrekking tot het gemaiiufaklureerde, begrepen, alle de zoodanige welke binnen^.deze landen eenigerlei bewerking hebben ondergaan.

8. Deze goederen van Britschen oorsprong , en uit Enge'and komende met destillatie naar de koloniën , zullen, bij arrvement, als zoodan g moeten worden gedeclareerd, met produktie van bewijs hunner origine bij de aangifte ten convooi-kantore tot betaling der gewone inkomende regten, die vervolgens bij de aangifte tot uitvoer naar de koloniën, door restitutie A'an het te veel betaalde of suppletie van het te kort, op de bij art. 6 bepaalde regten van drie en één half percent van de vaarde .moeten worden verrekend. En zullen.niet alleen de merken, nummers, fustagie, emballagie, kwantiteit, kwaliteit en waarde, volgens welke de uitklaring in Engeland is geschied, maar ook de pakhuizen moeten worden opgegeven , waarin deze goederen zullen worden opgeslagen , en waaruit dezelven niet zullen mogen Worden getransporteerd, dan om naar derzelver dest.natie ingescheept te worden, op verbeurte van de faculteit tot de verzending naar de koloniën, die uiterlijk binnen drie maanden, na de -aang'fte op het inkomen, zal moeten geschieden , ten z:j , in bij zondere gevallen , redenen tot prolongatie gevonden word en.

De Officieren der convoijen cn licenten, zullen het reet hebben om de aangewezene pakhuizen van tijd tot tijd t«