l4'. Om eenige duiven te schieten en te vangen, liet ?i met de valk of met knippen of tillen.

©

'5 '. Om eenig ongeregistreerd land af te palen.

19. De opperhoutvester zal met over!eg van de provinciale staten bepalen, hoe dikwijls men in de week met de lange jagt zat jagen; hij zal op gelijke wijze in de provinciën, waar men zulks iioodig oordeelt, bepalen, of er hazen zullen geschoten worden of niet.

20. Het is verboden veldhoenders met tirassen, strikken of op eenige andere ongeoorloofde wijze te vangen, op pen« van vijftig guldens, t» verbeuren door iedereen die zich daaraan schuldig maakt.

21. Iemand tot de jagt gekwaliïiceerd en met honden of schietgeweer naar het distrikt, waarin hij tot de jagt bevoegd is, gaande, of van daar we derkeerende, zal, 7,00 veel mogelijk op de publieke wegen moeten blijven; edoch eens anders iaud oi distrikt moetende passeren om tot zijne jagt te komen, zal hem zulks vrijstaan, onder deze bepaling, dat hij zijne windhonden of brakken, behoorlijk aan elkander gekoppeld, aan een touw moet vasthouden, en de staande honden bij zich houden.

22. Eenige honden een haas drijvende of vervolgende, en op eens anders gereserveerde jagt komende, zal de jager gehouden zijn, om, zoo spoedig doenlijk, de honden te koppelen, en bovendien verpligt wezen, oiw zijn jagtgewter afteleggen, eer hij in eens anders jagt komt.

23. In de publieke jagt zal het aan niemand vrijstaan , eeuen haas, voor eens anders hond of honden, denzelven vervolgende , te schieten.

24. Alle huislieden, bleekers en andere bniten beslotene steden wonende personen , die honden willen houden, zullen niet vermogen dezelve te laten losloopen op de bleekerijen of werven, zonder eene behoorlijk sleepende bungel met een vast kruis.