den binnen teen des hoofdwals tot en met den overboord der grachten van de enveloppen of buitenw erken.

c. In vestingen, zonder eenige buitenwerken, van den binnenVoet des waJgangs tot aan en met den overboord der daarom gelegene grachten.

d. Eindelijk, indien er zich achter den binnenvoet der walgangen , scheislooten , bennen enz. , mogten bevinden , zullen i ok deze strooken gronds mek hunne boomgewassen en andere opstallen , gerekend worden tot de militaire 'slands gronden te behooren.

' ..I , 1

o. Alle onbewoonde forten, mitsgaders redouten, geiivan— oeerde p sten, retranchementen, linien en batterijen, zijn geheel militaire 'slands gronden, met alle de zoo achterwaarts als voorwaarts en ter zij de gelegene gronden, bij leizclver aanleg door liet Gouvernement aangekocht.

Op de bewoonde forten enz. zijn de bepalingen toepasselijk in art 2 vermeld.

4. In alle vestingen, forten enz., waar de afscheidingen tusschen 'slands militaire gronden, door vestingwerken of militaire gebouwen geoccupeerd, niet duidelijk en'behoorlijk zijn, zullen dezelve door de officieren van de genie, met overleg der plaatselijke besturen, eens en voor altoos", door goede kenteekenen worden bepaald.

Do processen—verbaal hiervan zullen door de directeuren van de fortificatiën, met de wederzijdschc consideratien der belanghebbenden, aan het Departement van Oorlog worden ingezouden, ten einde daaromtrent, op voordragt van het gemold departement , door Ons te worden beslist.

5. Van alle gronden, binnen de hiervoren bepaalde limieten begrepen, die door de gemeentebesturen of door particulieren in deze oogenblikken mogten geoccupeerd of gebruikt worden, zullen de bewijzen van eigendom of van liet 1 egt tot gebruik, binnen den tijd van zes maanden , van de dagteekening dezer wet af te rekenen, aan bet Departement van Oorlog, met de consideratien der directeuren van de ioi'tilicatién, moetcu Worden ingezonden.

D'- v«Mwh-l'- ^trent de wettigheid der eeproduceei <<V

A. 2