Art. 12.

TV ie aan het nemen van een suppletoir patent zijm onuet worpeQ,.

Zoodanige ingezetenen, welke, ofschoon reeds Tan patent *oorzien, gedurende den loop vsn hel jaar, eemgen l;anfle , beroep, bedrijf of nering zouden willen aanvangen, weike 8au een iioager regt onderhevig is dan dat waarvoor zij Primitivèlijk zijn aangeslagen, zullen gehouden zijn deswege, naar aanleiding van art. 17 dezer ordonnant.e, aangifte te doen, ten einde voor het meerdere beloop, naar geiruiq van den overgeblevenen tijd des jaars, op den eerstvolgend en suppletoren legeer gebracht te worden. Edoch Zulten de zoodanige, uit hooide van die verhooging van liuu patent, niet aan een dubbel zegel onderworpen zijl». Het zal voidoei.de wezen dat deze verandering Tan beroep, hedrijf of nering en de daaruit voortgesproten® verhooging, door den ontvanger op het te voren afgegeveuc patent geste <1 en door het hooid van het plaatselijk bestuur bekrachtigd worde.

Art. i3.

Ee-mlingen omtrent de patenten van gsh wde lieden en. van vrouwen, het zij gehuwd of ongehuwd.

§ 1. Voor man en vrouw, in gemeenschap van goederen getrouwd , en beide te zameli in eenigen handel of bedrijf 'Jl art. 35 dezer ordonnantie omschreven, geassocieerd zijnde, *al. één patent voldoende ziiri. Edoch builen gemeenschap Van goederen getrouwd zijnde, zuilen dezelve, wanneer z-j te zuman affaire doen cn beide tot het verbinder van oe 1,r'üa door Imune handset;" cniug geregtigd zijn, als afzonderlijke compagnons worden aangemerkt, <n mitsdien raar Aanleiding van de bepalingen, verrat in § 2 van art. 35 dc— Zer ordonnantie, eik afzonderlijk moeten worden gepatenteerd.

C- 2. Vrouwen, hetzij gehuwd of ongehr-wd, die op z oh ?'c've of 'hare eigene raare» eenjgcii bande!, btvoap, l>o^pijf of nering uitoefenen, «ui'?» t >t latnesnen van «Veu a's de raarirum , vurpigt '«!*.

V *