Art. 20,

■Bepalingen aangaande het registreren van cle declcirci— tuiten van aangifte en het op/naken van den primitiven legger voor het kohier.

§ r. T)c Massificatie der patentpligtigen, van welke d"'. t!avato:re« zijn ingekomen op den hier te voren gemelde» voet geregeld zijnde, zal dezelve door de zetters woide» overgebragt op een register, met hij voeging van al het gee» tot du voorschrevene paientpligtigen betrekkelijk, in de ge' zegde declaratoiren. is opgegeven geworden.

Op dit zelfde register zuilen insgelijks worden gehragt «11? zoodanige ingezeten en welke. na den afloop der primitW® beschrijving, zich tot het verkrijgen van patent hebben aangegeven , en eindelijk alle veranderingen in firma's of pel*' souen voorgevallen, waarvan, ingevolge het bepaalde bi) art. i5 dezer ordonnantie , aangifte moet geschieden.

§ 2. Uit dit register zal vervolgens door de zetters de priinit-ve Jlegger van het kohier worden geformeerd, welke voor het tegenwoordige jaar overa! ten spoedigste , doch vervolgens jaarlijks in de steden van den eersten en tweeden rang vóór de he ft van de maand Maart ; en in cle steden of gemeenten der volgende rangen, binnen de t'ett eerste dagen van de maand Februarij aan den controleur van dc divisie van controle zal moeten worden ingezonden, teu einde dien ambtenaar iti staat te stellen om de aan hem ongedragehe werkzaamheden van den aanslag in het regt van palent te verrigten.

De controleur zal vervolgens, nadat door hem de aanllag van eik patentselsuldige zal zijn bepaald, zijne verr'gtigingen, alvorens den iegger aan den directeur der directe belastingen in de Provincie intezendeu, aan het oordeel der zetters onderwerpen , welke ds bevoegdheid hebben om hunne aanmerkingen dienaangaande iu de daartoe op den legger bestemde kolom voöiftcdragöë.

Art. 2i.

liet opmaken der leggers voor de supphtoire lohieren.

Met het eindigen van elk vierendeel jaais en dus op