opgebragt, en tot het vinden Tan verdere kosten die , vo gens reeds bestaande of verder te emaneren ^^t' lLvortin» van runderpest, of andere veeziekten , of 00,1 ter derine van veeteelt en landbouw vereischt worden zonder dat Eenden immer tot eenig ander, dan de loer genoemde einden, gebruikt mogen worden.

Art. 8.

De gelden uit de opbrengst dezer belasting^vonrtspru^ndev zullen altoos geheel onvermengd en a ges

's lands middelen of inkomsten worden ^houden en ^ Onzen Minister van Financiën worden gesteld te p^ ^ Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken .

zen te worden geadministreerd, oYereenkon»St,g zo^ang re

glement, als Wij te dien aanzien en op grond der te0en\V dige wet zullen vaststellen.

Art. 9.

Deze penningen, voor zooverre zij niet dadelijk tot nut yan denveeteeft en den landbouw zullen worden gebruikt, zullen aan den Lande op renten worden uitgezet.

Art. 10.

Des niettegenstaande zal, »«val van runderp^t, wanneer tot stuiting derzelve , last tot het dood en van ', j

zal gegeven ziin , de daarvoor te verleenen schadevergoeding , op den voet van de in art. 7 vermeld® veronlemng. aan belanghebbende in kontante pennn-en worden u tbeta

waartoe Onzen Minister van Financiën b„ .^/CX/eeïê toriseerd wordt om te atlen ti)de di poni c voor'oo-

somma van ƒ,00,000, die, zonder ee»:ge verdere voor.oo pige kwalificatie te behoeven . dienen zal, om , n geval nood, aan het fonds tegen de veepest voovccschoten te den; zullende te kens het alzoo gedane voorschot aanides 1 ij sworden gerestitueerd, het z-j uit de n>>g met in rentte

vende effecten op den lande uitgezette opbrengst der Dei tine, liet zij , wanneer dezen reeds geheel mogt zi]n uitgezet, S?4« vcvLi, van «ood.nlg gedeelte. der «. Wcge voorschreven aan den lande op rente u.tgezette kapualen van^het