3'. Den naam van het schip, waaruit de lesiing is tcvraagd;

ê\ De ligplaats van het schip of vaartuig, of de standplaats van het voertuig;

5°. De plaats, alwaar het zout of de pe*el zal worden opgeslagen of geborgen , ofte ook van zoodanige schepen ot schuiten, waarin dezelve spoelen zullen worden overgcladén, om naar elders vervoerd te wordeu ; en eindelijk

6°. Den naam of de namen der gekwalificeerde meters of wegers, welke bij de lossing zullen assisteren, mitsgaders van den ambtenaar, die dezelve in hunne werkzaamheden zal dirigeren.

De zeehavens en verdere plaatsen, alwaar de lading gebroken en de lossing van het zout en pekel vemgt zal m'gen worden, zullen , nevens die voor de andere impost subjecte speciën, door den Koning worden aangewezen.

Art. 9.

Vertooning en ter hand stelling van het consent tot lossing aan de schippers en voerlieden.

Het verleende consent-biljet zal door de zeeh ndelaars, zoutzieders of partikulieren of dezer zaakgelastigden, aan de schippers of voerlieden, die het zout of de pekel aan boord of op hunne voertuigen hebben, worden ter liand gesteld, en door dezen, in tegenwoordigheid van den belanghebbenden en den toezienden ambtenaar, met vermelding van den tijd , geteekend.

Art. 10.

Voorziening omtrent het zout, zonder eigenaar of consignataris, mitsgaders voor dat, slrekken.le ter scheeps - con sunitie.

Het zout of de pekel, voor welken zich geen eigenaar, reclamant of consignataris voordoet, zal door den schipper ot Voerman zeiven moeten worden aangegeven op den voet, inae voorgaande artikelen omschreven.

Desgelijks zal door den schipper of gezagvoerder van binnen

A 3