Art, 63.

Zekerheid voor de betajing van den vers ch iddigden impost.

Zoodra (le impost van ééne of meerdere maanden tevens, voor eene zeepziederij of zeepmakei'ij, minder dan 200 ankers of 76 hectoliters ruimte in den ketel of de ketels hebbende, de somme van twee duizend guldens zoude gaan surpasseren, zal, voor het aan den zeepzieder of zeepmaker te verleenen crediet, zekerheid moeten gesteld worden.

Desgelijks zal dit h<n geval wezen voor de zeepziederijen of zeepmakerijen , waarvan de ketel of ketels 200 ankers' of 76 hectoliters ruimte of daarboven hebben, zoodra het crediet meer zoude gaan bedragen dan vier duizend guldens.

Behalve de gewone hulpmiddelen van zekerheid, zal aan den zeepzieder of zeepmaker verbleven zijn het deposeren in 's Rijks entrepöt van zoo veel zeep, als waarvan de waarde, vol.ens den bekenden prijs dier specie, den impost mot twintig pereent daarenboven dekkende is.

Deze depositie zal plaats moeten hebben op den voet van art. 6i hierna volgende.

Art. 64.

Aanzuivering der crcdieten.

De aanzuivering van de aldus geopende rekening der zeepzieders en zeepmakers zal kunnen plaats hebben:

ï ersteiijk , door de voldoening der verschenene termijnen;

Ten andere, door de aflevering aan mede-fabrikanten of handelaars, met overschrijving van den impost:

Ten derde, door den uitslag voor negotie naar buiten 'slands, en eindelijk

Ten vierde, door de nederlage in één der entrepöts van het Rijk, met bestemming voör negotie of binnenlandsch vertier.

Art. 65.

Eerste wijze van aanzuiveren.

De termijn van betaling verschenen en de impost nog niet voldaan zijnde, zal de ontvanger een waarschuwings-biljet aan den debiteur zenden,om aluog binnen den tijd van driemaal