zeep/.iederijen of zeepmakerijen, binnen liet Rijk herkom-» sticr ^ zal mogen gelegd worden in één en hetzelfde gedeelte Yfjn liet entrepót met buiteDlsndselic zeep , ondex speciaal beheer des eigenaars of consignataris zijnde , zonder aan deze laatste het voorregt der afschrijving, anders dan tegeü binnenlandsche zeep, te doen verliezen»

Art. 80.

Voorziening ten aanzien der zeepzieders of zeepmakers , welke hun bedrijJ laten varen.

De zeepzieders of zeepmakers, welke verlangende zouden mogen zijn hun bedrijf te laten varen, of wel hunne fabrijk geheel stil te doen staan, zullen gehouden wezen hiervan schriftelijk kennis te geven aan de ambtenaren der indirecte belastingen in de gemeente, alwaar hunne zeepziederij of zeepmakerij gelegen is, veertien dagen vóór het eindigen hunner werkzaamheden.

Hetzelfde zal moeten in acht genomen worden door de boelredderaars en executeuren in de boedels van overledene, of de curators of syndics in die van bankbreukigen.

Gcene afrekening zal mogen plaats grijpen, noch in geval van afsterven of failliet, eenige scheiding van den boedel of afgifte aan de geïnteresseerde erfgenamen en legatarissen , ofwel, in het laatste geval, ükwidatie met de crediteuren kunnen bewerkstelligd worden, ten zij alvorens met den lande wegens dusdanigen boedel en bedrijf de rekening volkomen zal zijn gesloten , of ten minste, zonder dat in cas van contestatie, voldoende borgtogt zij gesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het staatsblad zal worden geïnsereerd, en dat alle ministeriële departementen , autoriteiten , kollegien en ambtenaren , aan de naauwkeurige uitvoering de hand zulten houden.

Gegeven in 's Gravenhage, den i5den September des jaafS 1816, het derde Onzer Regering.

(geleekend) WILLEM.

Van wege den Koning, {geleekend) A. R. F A L c K,