ral dezelve, almede ten koste van ongelijk, door water ijking!' geconstateerd moeten worden. Zillende de roeijer die de water-ijking ten onregtegevorderd heeft, voor de schade aansprakelijk Zijn.

0<- herproeving zal moeten verrigt worden door een ander beëedigd llijks proever, als boven, door den hoogsten ambtenaar in loco aantewijzen.

Nader verschil onlstaaiide over de kwaliteit van den wijn, zal de ambtenaar, gesteld over de lossing van de partij , wegens welke het verschil bestaat, een, ter onderkenning, genoegzame flesch, liter,'fust of maat vullen, welke door den gemelden ambtenaar en door den zeehandelaar, wijnkooper, partikulier of anderen belanghebbende , of ook wel door den proever, welke zich als opposant stelt, verzegeld zal worden, en welke door den ambtenaar, of deszelfs aldaar zich bevindende superieur in officia zal worden opgezonden aan den Directeur der Indirecte Belastingen , tot wiens provincie de losplaats behoort. — Deze opgezonden wijn zal worden geëxamineerd en beoordeeld door twee deskundige personen, waarvan de eene door den Directeur en de tweede door de daarbij geconcerneerde partij zal worden benoemd; wanneer deze beiden mogten verschillen, zullen zij gezamenlijk een derden keurder benoemen, om tusschen hen te beslissen, en bijaldien zij omtrent de keuze van dezen zich niet mogten kunnen verstaan, zullen zij daarvan aan den Directeur kennis geven, welke zich aan Gedeputeerde Staten der provincie zal adresseren, ten einde de derde keurder door deze worde gedesigneerd; opgenoemde keurders zullen eene schriftelijke verklaring van hunne bevinding afgeven, om, zonder verder beroep, tot rigtsnoer te strekken.

Wanneer bij de herroeijing het verschil minder bedraagt dan drie stoopen of 7,276,125 liter per stuk van twee okshoofden van zes-en-negen tig stoopen , dat is 465,672 liter of anderhalf stoop, dat is 3,658o6-2 liter op kleinere fusten, zullen, onverminderd het redres, de kosten uitgetrokken worden ten laste van hem, die de hermeting of herroeijing gevraagd heeft.

Het verschil meer bedragende ten nadeele van den lande, zal de roeijer onderhevig wezen aan eene boete, door de administratie bij de instructie der roeijers, naar gelang van het verseiiil, te regelen, in overeenstemming met de bepalingen van de algemeene wet omtrent den ophef der indirecte belastingen , ten zij er sporen waren van kwade trouw , in welk geval, het zij voor- het zij tegen bet belang van den lande

ge-