STAATSBLAD
VAN
HET KONINGRIJK DERNEDERLANDEN,
CN°.
390 WE T van den i5den September 1816, betrekkelijk de belasting op het Buiteiilandsch gedisteleerd.
Wij WILLEM, bij de gratie GODS, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau , GrootHertog van Luxemburg, enz., enz., enz.
Den Raad. van State gelioord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze :
i ■ > '1 aft! >^*é«
Ait 1.
Natuur en hoegrootheid der belasting.
Na den isfen Juli 1816 zal binnen het Koningrijk der Nederlanden worden gehwen eene belasting van aüe de brafidewimen, gedisteleerde wateren, rum , arak en likeuren , welke den lande zullen worden ingevoerd.
De voorschrevene belasting za) bedragen:
Van een ok$ joofH brandewijn of gedis leieerde wateren, Atristcidamsche proef of twintig gxaden, veertig guldens of ƒ54 T-t
A het