aangewezen, welke ontvanger, tegen intrekking van dezelve tauxatie - biljetten, zal afgeven een biljet van quotisatie , waarin het geheele beloop van den verschuldigden impost, na aftrek van het rabat, bij het 27ste art hierna omschreven, wegens de gansche kwantiteit en kwaliteit van den gebaggerden of gegravenen tarf over het ■voorschreven saizoen, conform aan de verkrcgene tauxatiebiljetten, distinctelijk zal vermeld worden, zoo wel als de termijnen , binnen welke die impost moet worden betaald.

Art. 26.

Irreguliere veenderijen.

Voor zoo verre de aard der nitgeveende of nitgegraven specie, of de wijze van bewerking zulks zoude mogen vordederen , in zoodanige gedeelten van het Rijk, alwaar geene reguliere veenderijen plaats hebben, en s echts in enkelde streken bij geringe partijen een minder, soort van turf, het zij uit gemeenten, het zij uit partikuliere gronden wordt vervaardigd, is het den Koning voorbehouden door nadere reglementaire bepalingen den ophef der belasting zoodanig te wijzigen, dat dezelve zonder meerdere formaliteiten, doch behoudens de zekerheid van de schatkist, in verband «ebragt worde met de wijze van verveenen aldaar plaats hebbende, en overigens eenen waarborg oplevere , dat de hiervan proveniërende turf naar haren minderen aard in evenredigheid met dien der reguliere veenderijen worde bezwaard.

Art. 27.

Rabat.

Geene afschrijving of vermindering van impost wegens bedorven of beschadigden turf, zal, onder wat pretext hel ook zoude mogen zijn, geadmitteerd worden , doch daar en tegen op het verschuldigde vijf ten honderd korting aan den contribuabelen worden gevalideerd.

Alleen in buitengewone gevallen van vernieling van den turf op de plaats der verveening, «f- of uitgraving, door brand