Art. 44.

Geene kalen te laden als na verl-regen consent.

Geene oplading of inlading Van kolen in of op eenig ▼aar- of voertuig, of op eenig paard of ander lastdier} zal aan de groeve oi' de daartoe behoorende bergplaats mogen geschieden, dan na vevtooning aan den administrateur of anderen tot de aflevering geautoiiseerd persoon van een consent-biljet, afgegeven door den ontvanger van het kantoor, het geen voor zoodanige groeve is ge'desigueerd.

Art. 45.

Aangifte.

Dietivolgens zal ieder schipper, wagenaar , karreman 4 drijver of partikulier, welke verlangt, met een vaar- of "voertuig, of ook met paarden of andere las dieren, kolen aan de groeve of bewaarplaats te gaan halen, daarvan alVorens aangifte doen op het voor zoodanige groeve of bergplaats aangewezen kantoor, bij welke aangifce zal moeien worden uitgèdrukt het sooit van het vaar- f voertuig, het getal der trekdieren waarmede het iaa^st gezegde is bespan-aien, of het getal der paarden of andere lastdieren, welke ine» voornemens is te bevrachten.

Overeenkomstig deze aangifte, zal het vereischte consentbiljet , tot der kolen oplading en vervoer van de g.oeve of «bewaarplaats naar het kantoor, worden afgegeven.

Art. 46.

Vertooning van het censent-bijet aan de groeve en aflevering,

Die gene, welke 'de kolen in of op vaar- of voertuigen , of ook op paarden of andere lastdieren, als voren zullen Willen opladen of doen opladen , zuilen het consent bi jet vertoonen aan den persoon, welke bij de groeve of bewaar-

}>laats als afleveraar is gesteld; deze zal alsdan de in- of opading kunnen doen geschieden, en de wigt der kolen, welke hij aflevert, of de raaat van dien, tot wiet gereduceerd,

op