ƒ

geëxamineerd hebben, en, hetzelve geschikt vindende voor' plombering , op aanwijzing des schippers <n stuurmaus, doch behoudens eigene verilicatie, alie de to< tangen t t de ladings-plsats, met vermelding ia het consent-biljet en duplikaat van het aantal hiertoe gebezigde looden, verzegeld hebben, ofwel, naar bevind van omstandigheden, en in Int geval, bij art. 4 hiervoren omschreven , er eeoe wacht op hebben gesteld, om het schip te bewaken tot aan de plaats der lossing.

N oor deze plombering of wacht, zullen de kogten door den invoerenden schipper moeten voldaan worden ten bidrage van drie stuivers voor ieder lood of zegel, en behalve de kost aan scheepsboord, van ƒ 1 - 10 per vier-en-twinti;; uren voor ieder waker, welke aan boord zal worden gesteld, de terug reis naar de standplaats ui billijkheid, uiterlijk tot dne dagen, hierbij gerekend.

Het getal van wakers zal dat van drie niet mogen te bovea

gaan.

Art. 10.

Uitzondering, wanneer de plaats tier eerste aangifte die der lossing is.

Bijaldien de losplaats tevens is die van de inklaring, zal, krachtens art. 4, niet alleen de cautie geene plaats behoeven te hebben , maar ook van de plombering kuunen worden afgezien , mits het schip dadelijk binnen gehaald en onder het bereik van de surveillance ,der aldaar gestationeerde ambtenaren gesteld worde.

Art. li.

Hoe de. verllaring ie doen, en vrrder te handelen, wanneer het schiji de eerste wacht niet heejt kunnen aandoen.

Wanneer eenig schip door storm, ijsgang of andere onvermijdeltjke omstandigheden verhinderd wordt de eerste wacht aau te doen, en de schipper of bevelvoerder, om redenen van zelfs-behoud , verplLt ware de rivier of het vaarwater op te zeilen, zal dezelve, neVens de ekwipagie en loodsen, voorzoo vtcl deze aan boord zijn. hier van moeten doen blijken door de uewoue scheeps-verklaringen.

A 5