Invoer langs de bivieriïn en de

LANDZIJDE.

Art. DO.

Ojpriglinj esner kabbel* linie langs de grenzen van het Rijk,

Aan de landzijde Tan het Rijk zullen worden geformeerd en bij een afzonderlijk reglement, door den Koning, van punt tot punt worden aangewezen twee liniën, loopende de <*ene zoo na moge ijk langs het vreemde grondgebied, en welke zal zijn de grenslinie, en de andere langs dezelve binnenwaarts op den afstand van m;n of meer een uur gaans, naar raace van lokale omstandigheden , en welke zal zijn de binnenlinie.

Art. 01.

Kantoren van aangifte langs de linie.

De Koning zal zoodan-ge van de grerskantoren der konvoijen en licenten vatt de landzijde, bii een bijzonder reglement aanwijzen, langs welke de invoer van goederen, aan de indirecte belastingen onderworpen, zal zijn gepermitteerd.

Art. 02.

ylridere invoer verboden.

Alle invoer langs andere wegen dan die op welke de aangewezen kantoren vau eerste inklaring gevestigd zijn, zal worden aangemerkt als fiaude.

Art. 55.

Tl'aar losplaatsen aan de landzijde zullen zijn.

Tot losplaatsen voor de van de landzijde ingevoerd wordende goederen zullen admissibel zijn zoodanige gemeenten of kantoren op de binnenJinie of d:eper landwaarts in gelegen, a>s bij het meergemeld reglement nopens de grensiinien en bet daarbij te designeren onvrije territoir, almede nader zullen worden aangewezen.

Art. 54.