Art. 56.

Gecombineerde zekerheid.

Het zal overigens aan de belastingschuldigen vrijstaan de twee- ox drieërlei cautien te combineren, en "do zekerheid voor een gedeelte te stellen in numera r, een gedeelte in vast goed, en een gedeelte bij wege van persone'c cautie; zullende de rabatten in dit geval geregeld werden niet naar de gecumuleerde, maar naar de separate sommen, volgens ieder' der twee of drie wijzen te verbinden.

Voorts zal het den borgsteüer vrijstaan ook voor de zekerheid der onder zijn eigen beheer zijnde im;;cst subjecte specien te doen optreden de zoodanigen, welke bereids in 'slaods entrepot gedeponeerd z;jn, voor zoo veel derzei ver waarde de impost met alleen van de onder eigen beheer, maar ook die Van de onder 'sRijks beheer zijnde goederen, kan dekken.

Voor deze laatste zekerheid zal, in verband met he: bepaalde bij de ode § des vorigen artikels, geen rabat gevraagd noch verleend kunnen worden. ö

Art. 57.

Doorlooperide cautien,

^ oor zoo veel een belastingschuldige dusdanig door'oopend bedrijf zoude mogen exerceren, voor hetwelk , wel bij afwisseling, doch echter gestadig, zekerheid vereischt wordt , zal het hem geoorloofd wezen eene doorloopende cautie te stellen op den voet als boven, welke, wanneer er anderzins genoegzame termen van soliditeit en zekerheid zijn, ter beoordeeling der Creneralc Directie van de Indirecte Belastingen, het maximum , van zestig duizend, guldens niet zal behoeven te boven t® gaan.

Art. 53.

Algemeerie voorzieningen omtrent, de cautien beide van ambtenaren en partikuheren.

De cautien, in materie van impost of beheer te stellen, #ni:en vrij wezen v; n hef. regt van registratie, doch niet te mm gid.is worden geregistreerd.

De-