ware zij op den eersten Januari ten minste den Vollen ouderdom van drie en twintig jaren hebben bereikt: en alles met dien verstande, dat de aangifte der vrijwilligers, uiterlijk binnen drie weken na het arresteren dezes zaf moeten ziiu geschied. '

5 Onze Minister van Binnenlandsche Zaken is belast met de uitvoering van het tegenwoordig besluit, hetwelk in het staatsblad zal worden geïnsereerd.

Gegeven te Brussel, den 2gsten October des jaars 1816 net derde van Onze Regering.

(Geleek end) WILLEM.

Van wege den Koning, (Geteekend) A. R. Faick,