a. De zeehandelaars cn kooplieden in ruw zout:

b. De zoutzieders;

c. De winkeliers in ongeraffineerd zout, en

d. De trafikanten, fabrikanten, vischzouters fn verdere personen, weike onverimpost ruw zout hebben inges!ageu.

Voor het geraffineerde zout, bij

a. De zoutzieders, en

b. De trafikanten, fabrikanten, vi^ehzouters eu verdere personen, welke onverinipost geraffineerd zout hebben ingeslagen.

De hoeveelheden zullen, voor zio veel de zeehandelaren, kooplieden en zoutzieders aan.aat, vergeleken worden tegen de daarvan openstaande rekeningen, en d« vermissen, overeenkomstig het oud tarief, verrmpost en aangezuiverd wrd< n.

Op het aanwezige ruwe zout zal de korting verleend, worden, bij art. 59 der wet op dit mirlde!, voor de onderschijclene zout-specien toegestaan, en wijders met het aatigepeilde üe nieuwe rekeningen worden geopend.

Art. 19.

Zeep.

De aanpeiling van de zachte zeep, zal zich alleen bepalen tot de zeepzieders, wier voorraad, geconstateerd zijnde, tot twaalf penningen het pond , aan het hoofd van hunlieder geldrekening gebrast zal moeten worden, ten einde, volgens de nieuwe wet , en met in achtneming van dezer termijnen , te worden aangezuiverd

De aanpeiling zal zich nipt bepalen tot de bereids geennfeetioneerde zeep , iu»ar ook zich moeten uitstrekken tot de ziedsels, welke, tijde der introductie, zijn aangevangen, rn alzoo het tijdstip der aangifte bij de nieuwe wet gepasseerd zijn.

Het bedrag van dien zal nogtans niet onder den aanslag d r bereids vervaardigde zeep kunnen begrepen worden, maar a's ,

A 5 het