STAATSBLAD

VAM

$ » J

IIET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN.

(N°. 66.) BESLUIT van den yden December 1816, ter bepaling van den tijd, op weihen de elf dagen, vermeld bij het besluit van den i'ïsteri November 1816 (staatsblad nQ. 64) , art. 4 en 5, in de verschillende gedeelten van het Rijk in zullen gaan.

Wij WILLEM, bij de gratie GODS, Koning der Nederlanden , Prins van Oranje-Nassau, GrootHertog van Luxemburg, enz., enz., enz.

Overwegende dat Ons besluit van den 24sten November laatsdeden, houdende reglement op het afsluiten der oude middelen vau belasting, en op het openen van de invoering der nieuwe middelen, welke dezelve zullen vervangen, mitsgaders de algemeene wet op den ophef van voorschreven belastingen binnen sommige arrondissementen niet op den aosten November laatstleden zijn geweest executoir, en dat mitsdien de bedoeling van art. 4 en 5 van voorschreven besluit zonder eene nadex-e verklaring niet zoude worden bereikt;

Hebben besloten en besluiten:

De termijn van elf dagen bij art. 4 en 5 van Ons bovengemeld besluit vastgesteld tot het doen der visitatien en verilicatien , mitsgaders de verpligtingen daaruit, voor de belastingschuldigen, voortvloeiende, moet gerekeud worden in de onderscheidene gedeelten van het Rijk, eerst aanvang genomen te hebben met den dag op welken bovengemeld besluit en algemeeue wet in dezelve executoiï zijn geworden.

Het