^ 174. De ender-officieren en manschappen van mindere graden, zullen, jaarlijks van de korpsen met verlof naar hunne haardsteden terug keerende, door een of meer omeieren of onder-officieren, daartoe door de kommandauteu der korpsen te designeren, in de hoofdplaats der provincie aan dewelke l¥;t korps is toegevoegd , worden begeleid eu op den weg even.ais marscherende korpsen behandeld worden.

Aldaar gekomen, worden zij aan den Gouverneur der provincie, met overgifte van een verlofpas voor eiken man, en eene generale lijst van alle de teruggekeerde manschappen, gepresenteeid.

J7°* De korpsen artillerie, kavailerïe en trein, inge^^jige art. 2. dezer wet, aan geene bijzondere gemeenten of provinciën toegevoegd, en derhalve de bepaling ten opz'gte van het jaariijkseh vertrek naar en van hunne woonplaatsen , op de manschappen tot dezelve behoorendc, van geene applicatie zijnde, zal er in hun vertrek door den provincialen kommandant worden voorzien, het zij door hen bij de manschappen van andere meest bijgelegene bataillons te voegen, of naar ontvangen instruciien Van den kommanderenden generaal in het groot miüia'r kommando, bij die van andere provinciën, of eindelijk op zoodanige andere wijze, als door Ons raadzaam zal geoordeeld worden.

Ï/6- De Gouverneur, na de manschappen geïnspecteerd te hebben', stelt aan eik derzelve de voor hem bekoincn verlofpas ter hand , en zendt dadelijk een,extract

uit

).