Art. i. Het regt van kopij of van kopiƫren door den druk, is voor oorspronkelijke letter- en kunstwerken, het uitsluitend regt van die genen, welke daarvan autheurs zijn , en hunne regtverkrijgende, om hunne oorspronkelijke letter- en kunstwerken j geheel of gedeeltelijk , verkort of verkleind, zonder onderscheid van vorm of in kleeding, in eene of meer talen, met of zonder hulp der graveerkunst, of eenige andere tusschcnkomende kunst, door den druk gemeen te maken, te verkoopen en te doen verkoopen.

2. Het kopijregt van vertalingen van een buiken dit Koningrijk in het liclit gekomen oorspronkelijk letterwerk, is het uitfluitend regt vau vertalers en regtverkrijgendenj' om hunne vertalingen van genoemd letterwerk, door den druk gemeen te maken, te verkoopen en te doen verkoopen.

5. Het in de voorgaande artikelen omschreven kopijregt,

zal niet langer voortduren, dan twintig jaren na den dood van den autheur of vertaier.

4, Alle inbreuk op het voorsz. kopijregt, het zij hij eene eerste uitgave van eenig nog niet gedrukt boek of kunstwerk, bet zij bij herdruk van het geen reeds ,n druk was, zal als nadruk aangemerkt, en als zoodanig gestraft worden, met confiscatie van alle binnen da Rijk voorhanden zijnde ongedebiteerde exemplaren van den nadruk, ten voorleelc van den eigenaar van den oorsprenkeiijkea. d*uk , alsmede met betaling aan denzeitden-