In aanmerking nemende, dat te dien opzigte bij Onze besluiten van den i4den September en van den aasten November i8i4 , niet genoegzaam is voorzien , en dat bet, in afwachting der voorzieningen, die Wij voorgenomen hebben, ten opzigte van het onderwerp dier beslirten , aan de Staten-G-eoeraal voortedragen, even noodzakelijk a's met de belangen Onzer onderdanen in de zuidelijke provinciën, overeenkomstig is, om den voortgang van het kwaad, dat zich geopenbaard heeft, te Stu ten ;

Overwegende dat het daarenboven ten gevolge Tan de onlangs pl'«ats gehad hebbende ophefli tier tol-u.ie', welke de beide groote afdeelingen dts Bijks van elkar.dcy scheidde, noodzakelijk is geworden om, h afwachting van het daarstcllen van eene algemeene wet op let stu< au den waarborg , de verschillende verordeningen, welke in de noordelijke en zuidelijke provinciën, betrekkelijk den invoer vaa vreemde gouden en zilveren werken bestcaa , zoo veel mogelijk in overeenstemming te brengen, ten einde voor te komen dat niet de meer nadrukkelijke en doelmatige instellingen, weike hier omtrent ;n de noordelijke provinciën gevolgd worden, door de ontoerei-» Jende verordeningen , weike tot dus verre in de zu delijke provinciën gevolgd zijn, gelijker wijze krachteloos Worden gemaakt;

Op de rapporten van Onze Ministers van Financien en van Justitie, en van Onzen Minister van Staat , belast snel het algemeen toczigt der policie in de zuidelijke provinciën j ^

é