Op de vooidragt van Onzen Minister van Binnen-

landfche Zaken;

Oen Raad van State gehoord;

Hebben goedgevonden en verstaan , ten aanzien der toepassing van bovengemelde', wet van den Jisien Augustus 1816, en in het bijzonder van het 2de, 7de en Pste artikel derzelve, op het medicinaal gewigt, de volgende wijzigingen vast te stellen :

Art. 1. De medicinale gswisten zulleja hare w enschappelijke namen en wijze van ondeideeliüg bebouwen.

2. Dezelve Zullen hernieuwd, en van een be t mcl punt van eenheid moeten afgeleid worden, hetwelk zal zijn het Nederlandfche pond.

5. Het geneeskundig pond zal tot hetzelve staan in betrekking van drie achtste deelen, en mitsdien gelijk zijn aan drie honderd vijf-en-zeventig INedtrJaudscho wi§tjes.

4. Dg invoering van het aldus hernieuwd medicimal gewigt zal, gelijktijdig, niet die der gewone maten en gewigten een aanvang nemen ; , zullende het na dien tijd aan geen en apotheker geoorloofd zijn zich van andere geneeskundige gewigten te bedienen.

Onze Minister van Binnenlandsche Zaken is belast met de uitvoering van liet tegenwoordig besluit, het welk in

liet staatsblad zal worden geïasereerd.

'sGravenhage, den oosten November 1817.

(Qeteehend) WILLEM. Van wege den Koning, Bij afwezendheid van den S< cretai'is van Staat, De eerste Secretaris va» het Kabinet, (Geweekend) J. G. de Mey yan 5ijruefk.e9K.