Op-dezelfde boete is het aan alle inwoners van het Rijk verboden, zelfs ïbdlrectélijk, deel te nemen in cenige haringvisscherij, die onder vreemde vlag wordt uitgeoefend.

4. Alle dc genen welke mogten onlernemen ingezetenen van dit Koningrijk, drcct of indirect, uittelokken, om in een vreemd land de haringvisscherij uitteoefenen, zullen gestraft worden met eene boete van twee duizend guldens, of een jaar gevangenis.

5. De visscher die zich verbindt, om vreemde haringvisscherij uitteoefenen, of dit zal hebben gedaan , zal gestraft worden met eene gevangenis van zes maanden.

6. Geen vreemde haring, het zij versch, gekaakt, gezouten of gerookt, zal binnen dit Rijk mogen ingevoerd worden, op pene van verbeurd-verklaring eu eene boete van vijf honderd guldens voor ieder ton ge- ' zouten pekelharing en van vijf guldens voor iedere honderd stuks versche of gerookte haring.

Opperloezigt en policis der haringvisscherij.

7' uitwendige poücie of het algemeen toevoerïigt over de haringvisscherij wordt gelijkvormig voor bet geheele Rijk door de wet en door dien teu gevolge genomene Koninklijke besluiten , bepaald.

A 2 ti. De