Art. 59. ƒ.

Aangifte noppis den tijd der trekking, sloking of zieding.

Ter behoorlijke naleving van de opgemelde bepa'ingen, zal de aangifte van zieding, bij art. 62 der wet , den zeepzieders en zeepmakers voorgeschreven , behooren Ce worden vermeerderd, of naar gelang der omstandigheden vervangen door de aangifte van liet gebruik der loogkete's, of wel van bet stoken van loog in de zeepketels , met duidelijke omschrijving van dag en uur, even als voor de gewone fabrikagie.

Art. g.

Verzegeling der looghetels.

De verzegeling der gewone ketels, bij art. dezer wet vastgefleld, zal mede in allen deele toepasselijk wezen op de loogketels, onder deze bepaling nogfans , dat het sluiten van den zeepketel, wel ten gevolge zal hebben het tevens sluiten van den loogkttel, doch geenszins, omgekeerd , het sluiten van den loogketel, dat van den zeepketel, ais welk laatste stiptelijk, naar deszelfs meer of minder menigvuldig gebruik, op den voet van gedachte 47ste artikel, zal verzegeld worden.

Art, 80 «.