Wanneer eenig partikulier pakhuis tot tijdelijk entrepöt wordt toegelaten, zal er hoegenaamd geen pakhuishuur worden gevorderd, en zu'len mitsdien slechts de kosten van toezigt en van sluiten en ontsluiten, hierna gemeld, komen voor rekening van Jen genen, we kc verlangt de dranken op deze wijze in entrepót te bergen.

Er zal eene matige, door de Generale Directie almede te bepalene, belooning mogen worden gevorderd ,oor het openen en sluiten des entrepöts, hetwelk zoo dikwijls zal moeten geschieden, als de belanghebbende dit, tegen betaling van deze belooning zal vorderen, gelijk, omgekeerd, hij verpligt zal wezen, zoo dikwijls visie te.geven vau de in liet entrepót onder zijne bijzondere bewaring gestelde dranken, als de opziener des entrepots of de over hem Kaande ambtenaren zulks 4ujlen noodig oordeelen , doch zonder betaling van belo^ning.

Betrekkelijk het naar welgevallen der belanghebben^den, openen cn fluiten der pnrtikiiliere pakhuizen , welke t'ot tijdelijke entrepöts toegelaten zijn, is het aan den Koning voorbehouden om r glementaire bepalingen daar te ('tellen in verband met de plnatfehjke omstandigheden , en de belangen van handel en administratie.

Art. 56.

Vervoer vari liet eqie.entrepót naar het qndeie. a. Buiten de gemeente.

piialdien de belanghebbende alleveraar of wel de koo-

per,