Het gebruik van losse kransen zal aanleiding geven tot eene verhooging van regten , in verhouding tot de vermeerdering van ruimte, welke het opzetten dezer losse kransen aan de beslag-bakken toevoegt.

In die branderijen, alwaar de kransen niet altijd, maar slechts nu en dan gebruikt worden, zal de ruimt« of inhoud der bakken op tweeërleije wijze worden bepaald , dat is, met en zonder kransen, en zal de brander, zoo dikwijls hij van deze mogt willen gebruik maken , gehouden wezen daarvan uitdrukkelijke opgave te doen in de aangifte bij art. 22 dezer wet vermeld. Verzuim ten deze zal als fraude gestraft worden.

Het wordt aan den brander vrij en onverlet gelaten de losse kransen van zoodanige hoogte te nemen, a!s hij mogt verkiezen, mits slechts dezelve, in overeenstemming met het hier boven voorgeschreven, op den vost der beslagbakken behoorlijk gemeten worden.

De gx-ootte van dien zal van wege den brander op cene zigtbare plaats in het houtwerk gesneden of gebrand, ofwel met olieverw gesteld, en wijders de losse kransen van hetzelfde nummer voorzien worden als den beslagbak waartoe dezelve bestemd zijn.

Het zal den beëedigden Rijks ambtenaar vrijstaan de losse kransen van een merk te voorzien.

Het gebruik van een anderen krans of kransen da de aangegevene, zal als een overtreding van de twee klasse gestraft worden, wanneer door het verkeerd gebruik eeae meerdere ruimte dan de aangegevene verkregen is.

A 3 Bij