i.

ÜtfiOirt tdt at , Wtt van den 12dca Maart 1818. Staatsblad »«. 17,

WET op het middel van de steknéolsMi

Art. 29.

Voortdurende hredietgeving van pakhuishuur.

Zoo lang de kolenkoopefs hunne steenkolen in het en^ trepót doen verblijven, zullen zijlieden uitstel genieten van betaling der eventueel verschuldigde regten, welke inmiddels, overeenkomstig de ingevoerde partijen dadelijk op het hiervoren gemelde register als verschuldigd zullen worden uitgetrokken.

Zij zullen nogtans verpligt zijn wegens deze nederlage eene billijke pakhuishuur te betalen, waarvoor het tarief, door de Generale Directie der Indirecte Belastingen zal worden opgemaakt , eu waarbij zal moete» worden gelet op de pakhuishuur en de kosten van oppassing en verzorging.

Deze huur zal telken drie maanden op een waarschu-wings-biljet moeten voldaan worden , en bij nalatigheid in de betaling de goederen hiervoor, in voege als voor den impost, verbonden en aansprakelijk zijn.

Wanneer een partikulier pakhuis tot tijdelijk entrepöt wordt toegelaten, zal er niets voor pakhuishuur worden gevorderd, maar zullen enkel voor rekening van der