meensihappeiijk overleg, zulks voor de onderlinge be« langen hunner ingezetenen zuilen noodzakelijk en dienstbaar achten.

2. Aüe de goederen en koopmanschappen of waren „ welke beltemd zijn om lewater verzonden te worden van de eene naar de andere, het zij binnen of buiten het Rijk gelegene plaatsen, tusschen weike een beurt- , markt- of veerschip, ook over verschillende veeren loopende, bestaat , zullen met dezelve beurt- of veerschepen, als van ouds buhooren te worden geëxpedieerd , met uitzondering nogtans in de navolgende gevallen:

a. Van zoodanige spoed vorderende verzendingen , welke niet kunnen wachten naar het afvaren V3U zoodanige beurt- of veerschepen , welke slechts om de veertien dagen, drie weken of op onbepaald» tijden vertrekken.

5. Wanneer één enkel of wel twee, doch ten hoogste niet meer dan drie partikulieren of kooplieden zich ten aanzien der verzending eener of meerder partijen goederen naar eene bestemde plaats, op welke eene beurt of veer aanwezig is, onderling verstaan, onverschillig of die aan één of meer kooplieden , firma's of partikulieren gerigt zijn, met dien verstande nogtans, dat die genen, welke van de in voorschreven beide gevallen toegestane uitzonderingen gebruik maken , onder geenerhai,de voorwendsel zullen vrijheid •A. a heb-

»