BEPALINGEN omtrent, de verdeeling der prijs- of buit-gelden.

Art. I. De kommandant van een schip of vaartuig van oorlog, (of de officier, liet bevel over zoodanig schip of vaartuig, bij afwezendheid van den Kommandant, voerende ) welke werkelijk zal aan boord zijn bij liet nem.en van eenigen prijs , zal twee achtste parten der aan de equipagie toegelegde prijs- of buit-gelden hebben, ingevalle, een zoodanige prijs zal genomen zijn door eenig schip of vaartuig van oorlog onder het kommando eener vlag of vlaggen, zal de Vlag-officier of Vlag-officieren , die werkelijk aan boord zijn , of de neming besturen of ondersteunen , een derde van de gezegde twee achtste parten hebben zullende het gezegde een derde van de twee achtste parten, betaald worden aan den Vlag-officier of Vlag-officieren , in zulke evenredigheden en onder zoodanige bepalingen, als hierna volgen :

a. Dat een Kommandant van een schip zal gerekend worden onder het kommando vaneene vlag te zijn ,wanneer hij werkelijk zal ontvangen hebben eenige order onmiddellijk van , of werkzaam is in de uitvoering van eenige order, door een Vlag-officier uitgevaardigd, en dat, in gevalle hij order ontvangt om zich bij een Vlag-