« en masten, en zijnde groot

« lasten of ... zeelomien, gevoerd door

« schipper ... en thans liggende te « is gebouwd . . het Koningrijk der Nedei'lan« den en wel te

« Dat wij, met en beuevens onze medereedevs, uit« gedrukt op de door ons geëxhibeerde reederij-cedul , « allen onderdanen van dezen Staat, bezittende de ver« eischten. bij de vigerende Wet op de Zeebrieven en « Turksche Paspoorten omschreven , zoo veel ons beft kend is, de eenigste eigenaars en reeders zijn van het « voorgemelde schip 5 dat mitsdien, niemand buiten « ons, veel min eenig buitenlander , daarin eenigeportie « of aandeel heeft, noch door ons als zoodanig woi-dt « erkend; dat ook daarop door geen buitenlander eenig « geld geschoten is, of hem daar in eenig intrest gere« serveerd , beloofd of hierna verrekend zal worden , « en eindelijk , dat hetzelve schip is of zal worden beft mand, van de noodige vivres voorzien en verder geeft quipeerd en toegerust, binnen het Koningrijk der Nederlanden ».

Zoo waarlijk helpe mij God Almagtigl

(Onderteekening van de twee voornaamste reeders).

Formulier van de verklaring, onder eede , hier boven gemeld, wanneer het schip slechts eenen eigenaar heeft.

» Ik ondergeteekende . . . . . , wonende te <( • • • • * ver klare j dat het schip, genaamd