zeiver handelingen en ambtsverrigtingen, verdienen volle geloof in regten tot dat het tegéudeel bewezen worde.

Art. 278.

Voor zoo ver in de aanhaling van het artikel der Wet, tegen hetwelk is gezondigd, of in de toepassing der boete, eenig abuis mogt hebben plaats gehad, behoudt het pro. ces-verbaal dien onverminderd de kwaliteit van publieke akte ; zullende het begaan abuis moeten worden hersteld , wanneer de zaak in regten wordt voortgezet.

Bijaldien de beëediging of registratie niet binnen den bepaalden tijd is geschied, of ook voor zoo ver een proces-verbaal door een ambtenaar is opgemaakt, zal het op zich zelve geen bewijs opleveren.

Dit laatste is mede toepasselijk op de verklaringen in de processen-verbaal voorkomende , wegens ontmoetingen , welke ge£ue betrekking hebben op de ambtsverrigtingen der geëmployeerden.

Art. 279.

Bij de aanhaling van goederen of waren, zal alleen aangehouden worden die partij, omtrent welke de confiscatie wordt gesustiueerd, en zullen de verdere goederen, met welke niet is misdreven , ofschoon op hetzelfde document aangegeven of vermeld, zonder eenig oponthoud, worden vrijgelaten.

Bijaldien laatsgemelde goederen o£ waren echter op