Art. 2q5.

Tot de eerste soort van overtredingen, bij het laatstvoorgaand artikel omschreven, behooren alle openlijk geweld sauraiiding , resistentie , ge weldadigheid en feitelijkheden • de wonden, de beleedigingen, het /.ij door woorden, hetzij door gebaarden of bedreiging aan de ambtenaren , in het uitoefenen hunner anibtsverrigtingen, 0f ter zake van die uitoefen ng, alsmede het molest of de schade, ter zake dier am fsverrigtingen, aan derzeiver eigendommen gedaan of toegebragt.

Het weigeren van visie, toegang, visitatie, exhibitie van documenten, en het auderzins verhinderen van werkzaamheden, welke de ambténaren, krachtens de wet, verrigtei, zullen, wanneer dezelve niet van dadelijkheden of beleedigingen zijn verzeld geweest , insgelijks onder de eerste soort gerangschikt , doch met eene andere straf gestraft worden.

Art. 2g6.

Onder te tweede soort van overtredingen worden gerangschikt alle fraudes, welke ten volle bedreven zijn, mitsgaders alle pogingen t<jt fraude; zij bestaan in de volgende :

Bij de belastingen geheven wordende op den invoer. Uitvoer, en doorvoer.

Het voorbij zeilen, voorbijvaren, voorbijrijden, of op. ^enigerhande wijze passeren der eerste wacht, met goederen aan belasting ot aangifte onderworpen, zonder des wegens ftangifte te doen;