Art. 576.

Be wetten op de In- en-Uitgaande Regten en Accijnsen zullen ten allen tijde op, de kantoren voorhanden zijn, ook tcii gerieve der- particulieren, welke inlichtingen zouden behoeven of verlangen.

Art. 377.

Alle kantoren op de grenzen en op de binnen linie zullen geopend moeten ziju , van den 36 November tot den i5 Februari, van 's morgens 8 uren tot 's middags 12 uren, en 'snamiddags van 2 uren tot 's avonds 5 uren; van den 16 Februari tot den i5 Mei , en van den 16 Augustus tot den i5 November, van 'smorgens 7 uren tot'smiddags 12 uren, en van 'smiddags 2 uren tot 'savgnds 7 uren; en, eindelijk, van den 16 Mei tot i5 Augustus, van 's morgens 6 uren tot Is middags 12 uren, en van 's namiddags 1 uren tot 's avonds 8 uren. De Administratie zal de uren kunnen vervroegen, voor zoo veel de dienst op sommige Bureaux zulks vordert, en zij zal den tijd der kantooruren regelen voor. alle plaatsen, binnen de linien gelegen, ot'niet tot in- en uitvoer bestemd, op zulk eene wijze, welke het meest niet de gewoonten en liet belang der belastingschuldigen overeenkomt.

Art. 378.

In alle zaken, tot het vak van I11- en- Uitgaande Regten en Accijnsen behoorende , zullen de Geëmployeerden alle exploiten en justitiële verrigtingen kunnen doen, welke anders door deurwaarders geschieden.

Art. 379.

ifó v.K' ;y

De. ambtenaren zullen een' iegelijk , met welken zij in