3?. Alle eigenaars; schippers oF directie voerer.de van schepen , schuiten en vaartuigen, die vaste beurten en veeren bevaren., vallende in de bepalingen van art. 12 en 13 dezer wet, zijn gehouden vooraf aangifte te doen aau dei/ ontvanger, onder wiens distrikt hun veer of woonplaats gelegeft is.

39'. Alle de eigenaars , schippeVs of direetievĂ³erende van of over schepen, schuiten en vaartuigen van de eerste en tweede klasse, zuilen, voor zoo verre zij in de meting en aanslag berusten, gehouden zijn, dadelijk na de ver&ijging van den meetbrief, immers binnen driemaal vier - en - twintig uren 11a de uitgifte, denzelven te vertoonen bij den ontvanger der In- en Uitgaande Regten en Accijnsen, ter plaatse, alwaar respectivelijk hunne schepen geiade 1 en gelost worden , en dien 'overeenkomstig, het tonnen-getd te betalen op den voet van art. 43 hierna volgende.

Bij de verd.re reizen, dat de eigenaars, schippers ofdirectievoefende van dusdanige schepen de belasting verschuldigd zijn, zal het voldoende wezerf, dat de jongste meetbrief ten kantore, alwaar de lading Jof lossing geschiedsn zal, worde vertoond, om de betaling, dien conform, op den gebruikelijken

voet te-kunnen doen.

Van de betaling zal telkens op den meetbrief ganteekeniug

worden gedaan.

40. Alle de eigenaars, schippers of dircctievoerende ^art of over schepen, schuiten en vaartuigen van de derde en zevende klasse , zullen aan dezelfde bepalingen gehouden zijn, als waaraan die van de vaartuigen der eerste en tweede klasse bij het voorgaande artikel zijn onderworpen, doch met die onderscheid, dat de betaling telken reize zal nloeten plaats hebben, als • zij met hunne vaartuigen het Nederlandsch grondgebied zullen aandoen.

41. Laat-