41. Laatstelijk zulten alle eigenaars, schippers of directie-vóe- > rendei van of ever schepen, sein;; teilen vaartuigen van de vierde, vilfde en zesde klasse, gehouden zijn, om, voor zoo verre zi] Heden in de meting en aanslag berusten, dadel'k na.de verkri; 1 'i •" van den meetbrief, immers binnen drie weken na de "Uitgift , denzelven te vertoonen bij den ontvanger der In- en Uitgaande Regten en Accijnsen, ter plaatse alwaar het schip zal t-e huis behooren, en, dien overeenkomstig, het. tonnengeld te betalen op den voet van art. 43 hierna gemeld.

De volgende jaren, zullen de gemelde eigenaars, schippers en directie-voerende, binnen de zes eerste maanden van het jaar, zich, met overlegging van den meetbrief hunner vaartuigen, en de teruggave van den laatstverleenden lastbrief, vervoegen bij denzelfden oirtva.' :;er a's hierboven gezegd is, ten einde eer.en nieuwen lastbrief te bekomen.

Voor zoo ver een schipper zich, binnen de zes eerste maanden van h,et jaar, niet ter plaatse mogt bevinden, alwaar zijn schip .of vaartuig te huis behoort, zal hij de betaling, ir-ts vóór het expireren van den termijn, kunnen doen bij eenen anderen ontvanger van dit middel, welke gehouden zal zijn van die betaling onmiddellijk kennis te- geven aan den ontvanger van het {Ustrikt, alwaar de betaling had behooren te geschieden.

De suppletoire lastbrieven, ingeval van vergrooting, of uit anderen hoofde, uitgereikt, zuilen met en benevens die teil principale moeten worden overgelegd.

Voor zoodanige der hierboven opgetelde binnen-schepen, waar mede men buitenlandschc, zeereizen zoude willen'doen, zal de lastbrief zoo veel vroeger'moeten worden genomen, als men, in de eerste zes maanden des jaars, vroeger het Nederlar.dsch grondgebied wenscht te verlaten.

42. Nalatigheid in de betaling van het tonnengeld, binnen den

B 3 daar-