Art. 20.

Wanneer men oordeelen mcgt eenen handelaar meer dan tweemaal in liet jaar te moeten aanpeilen , zal zulks niet geschieden, dan op schriftelijke autorisatie van den oppersten ambtenaar der administratie over het arrondissement.

Art. 21.

Wanneer, hij den aanpeil, de bevonden voorfaad bet saldo der rekening met minder dan een tiende mogt te bovengaan, zal de belasting van dit meerdere dadelijk in contant worden betaald , en bet zelve ter dispositie van den bandelaar worden gesteld.

Wanneer het excedent een tiende of meer bedraagt , zullen do Regten, in voege als voren, worden betaald, en de kosten der weging van de geheele partij, dien onverminderd , door den handelaar worden gedragen.

Art. 22.

Wanneer, bij den aanpeil, de voorraad minder dan het saldo der rekening van den handelaar bedraagt , en zijn vermis geen tiende van het geheel beloopt, zullen de regten van het ontbrekende dadelijk in contanten worden betaald.

Voorzoo ver het vermis een tiende of meer bedraagt, zal hetzelve als fraude worden beschouwd en gestraft.

Art. 2 3.

Zoo dikM'ijls de handelaar bij den aanpeil de weging