Aoo zij met .500 werkl. of meerder arbeiden , i' klasse.

» » » 200 tot beneden 3oo werkl. arb. 2" »

» » i/to » » 200 » » 3e »

» >» » 100 » »» 140 » » 4e »

» » » 1 o » » 100» » 5e »

»>»>»> 5o » » 70 » » 6e »

n » » 32» » 5 o » » 7e »

» » J> 21 » » 3s » » 8e »

ï> l) » 14 w » 21 » » Q' »

» » » 0 » » 14 » » ioe »

» i) » 6 » ® 9 M » 1 ie »

» » >» 3 » » 6 » » 12e »

» » » 1 » » 3 » » 13e »

Alléén arbeidende, voor zoo verre zij

niet zijn opgenoemd onder de bij art. 3

dezer wet vrijgestelden i4e »

TWEEDE AFDEELING.

1.) Laken- en casemier - fabrijkanten, geen-e kunst* werktuigen bezigende.

Ingevalle zij, alware het slechts ten deele, kunstwerktuigc gebruiken , behooren, zij volgens het tarief, voor de eerste afdeeling van deze tabel bepaald , te worden aangeslagen.

/