45. Draagband-, bandelier- en bretelmakers.

46. Lederen-broekemakers-en handschoenmakers.

47. Borstel-, schuijer- en boendermakers.

48. Kolfbaanmakers.

4g. Stukadoors.

50. Steenhouwers.

51. Graveurs in- en slijpers van glas of kristal.

52. Tabak-spinners, kervers, snijders en raspers, sigaremakers, karottemakers en andere rook- en snuiftabaks-fabrijkanten.

Wanneer deze de, door hen gefabriceerde of verwerkt , waren in het klein verkoopen , moeten zij wegens die nering, nog afzonderlijk worden belast.

53. Bloemkweekers en bloemen verhuurders.

De regten voor de patentpligtigen, in deze eerste afdeeling begrepen, zullen worden geregeld, als volgt:

klasse.

Zoo zij met 5o werklieden of meer arbeiden 4.» » »( » 32 tot beneden 5o werkl. » 5e

>• » n 21 » » 32 » » 6e » » » i£ » " 21 » » « « « 9 » » 14 » 8«

)) » » 6 » » 9 » » gt

» » » 3 " » 6 « 11 1 fjü " » » I » » 3 M » Il'ofl»* Alleen arbeidende , j 3=