"blad n". 53), en de daarbij vervatte bepalingen, wordt aan de schippers, eigenaars of bewindvoerders van zoodanige schepen, scbuiten of vaartuigen , welke zich , binnen eenige gedeelten des llijks, toeleggen op bet vervoeren of overbrengen naar kermissen , jaarmarkten of vrije markten van goederen , koopwaren , kramerijen , als anderzins, mitsgaders van kramen, toegestaan en veroorloofd, om voor meer dan drie kooplieden , winkeliers of kramers, onbepaaldelijk, en zonder te dezen aan eenig getal verbonden te zijn, in hunne schepen, schuiten of vaartuigen, te laden, om naar kermissen, jaarmarkten of vrije markten , overtebrengen en te vervoeren, de goederen , koopwaren, kramerijen, als anderzins, mitsgaders kramen , welke tot zoodanig einde, aan hen zullen worden toevertrouwd, ook dan , wanneer ter plaatse der afvaart een gewoon beurt- of marktteer op zoodanige plaats bestaat, werwaarts de lading bestemd is.

Blijvende voor het overige alle de andere verordeningen en voorschriften bij gedacht Ons Besluit van 21 Augustus 1818 (1Staatsblad n°. 33) vervat, zonder eenige uitzondering, in volle kracht en werking, als begerende VV ij, dat dezelve met de meeste nadruk zullen worden gehandhaafd en opgevolgd.

Onze Minister van Binnenlandsche Zaken is belast met de uitvoering van het tegenwoordig Besluit, hetwelk cal worden gebragt ter kennisse van Onzen Minister voor het Publieke Onderwijs, de Nationale Nijverheid en de Koloniën, en van den Raad van State.